Zondag
is het zover. Dan mogen we ons democratisch recht nog eens uitoefenen en onze
gemeenteraadsleden kiezen. Al wekenlang worden mijn en uw brievenbussen
gebombardeerd met flyers, folders, gezichten, standpunten, beloftes, smeekbedes,
geuren en kleuren, en al dit drukwerk schreeuwt slechts één unanieme boodschap:
‘Kies mij! Kies mij!’
Ik
heb alles gelezen. Elk stukje drukwerk dat door de gleuf van mijn brievenbus viel,
heb ik van het eerste tot het laatste woord gelezen. De ene keer al wat meer
aandachtig dan de andere, en ik geef grif toe, niet altijd bleven de gemoederen
gelijk. Ik heb instemmend geknikt, hartelijk gelachen, de wenkbrauwen
gefronst, niet begrijpend in mijn haren gekrabd, eens goed gevloekt en erger
nog, een enkele keer heb ik een folder met walging tot confetti gereduceerd. Al
die reclame ligt hier nu rond mijn computer op de keukentafel. Je houdt het
niet voor mogelijk wat een vrolijk genootschap van lachende, dartele, warme,
hartelijke, blijmoedige mensen hier bij mij staat. Ze knikken uitnodigend,
wenken me vriendelijk, trekken aan mijn mouw en fluisteren verleidelijk: ‘Kies
mij! Kies mij!’
Met
z’n honderdnegentwintigen zijn ze. Het is een beetje krap in mijn keuken, met
al dat volk, en er is slechts plaats voor vier van hen om te zitten. Ik kan dus
niet eens alle lijsttrekkers een stoel aanbieden, want er zijn zo maar liefst
zeven kieslijsten in onze stad. Ze vinden het niet erg, zeggen ze, hebben niet
veel tijd om te blijven, zeggen ze, want ze moeten nog tegen de sterren op
huisbezoeken afleggen, zeggen ze. De onbesliste kiezers moeten vandaag of
morgen nog over de gele, blauwe, rode, zwarte, oranje streep getrokken worden. Uiteindelijk,
na enig getrek en geduw, nemen Manu Claes, Sofie Coomans, Nico Bergmans en
Allessia Claes plaats op de lege stoelen, lijsttrekkers van respectievelijk CD&V,
sp.a, openVLD en NV-A. Er bestaat geen twijfel over: uit deze vier vijvers zullen
na 14 oktober de mensen gevist worden die samen een coalitie zullen vormen.
Vraag is alleen: hoe gaan de kaarten vallen, en wie zal ze snel en kordaat ter
hand nemen? Ze kijken mij alle vier behoedzaam aan, vragen zich af wat ik van
plan ben, en spreken allen dezelfde lichaamstaal, die zegt: ‘Kies mij! Kies
mij!’

‘We
gaan een kleine proef doen,’ zeg ik, wanneer iedereen in de keuken eindelijk
wat tot bedaren is gekomen. Hier en daar waren er kleine relletjes ontstaan toen
de lijsttrekkers van Anders en Vlaams Belang nog probeerden elk een stoel
vanuit de woonkamer de keuken in te sleuren. Enkele kloeke liberale en
christendemocratische dames wierpen echter een blokkade op, die beide heren
verhinderde terug naar de keuken te komen. Nu stonden Robert Janssens en Joris
De Vriendt in de tuin, en keken met beteuterde blik door het keukenraam naar
binnen. Jenny Huygens, lijsttrekker van
de eenmanspartij 1 voor Allen had zich vrijwillig bij hen gevoegd.
‘Een
proef?’ schrikt burgemeester Manu. Hij is niet voorbereid. Bezorgd zoekt hij de
blik van de voorzitter van de gemeenteraad. Zij trekt haar schouders op en
gebaart dat ze van niets op de hoogte is.
‘Maak
je maar niet ongerust,’ probeer ik de lijsttrekkers gerust te stellen. Ik heb
een beetje te doen met Allessia, die in haar zak naar haar smartphone tast, ook
al heeft ze die enkele ogenblikken geleden moeten afstaan. Op het voorhoofd van
Nico parelen al enkele zweetdruppels, terwijl Sofie zich wat onbeholpen in de
handen lijkt te wrijven.
‘Jullie
krijgen vier papiertjes met daarop een uitspraak die elk van jullie tijdens
deze kiescampagne hebben gemaakt. Een belofte aan de kiezers. De proef bestaat
erin de juiste partij bij de juiste belofte te schrijven.’
Sofie
haalt meteen opgelucht adem. Ook Nico slaakt een zucht van verlichting. Dat kan
niet moeilijk zijn. Elke partij heeft toch duidelijke standpunten. Elke
lijsttrekker weet precies waar hij voor staat. Fluitje van een cent. Allessia zoekt
nog steeds naar haar smartphone en de burgemeester probeert teken te doen naar
zijn schepenen om dichter bij hem te komen staan. Ze doen een poging om hun
leider te gehoorzamen, maar mijn strenge blik brengt hen onmiddellijk op andere
gedachten.
‘Wanneer
de proef is afgelegd, en de punten uitgedeeld zijn, mogen de twee partijen met
de hoogste score samen een coalitie vormen en de volgende zes jaar onze stad
besturen,’ smijt ik genadeloos in de groep. Er breekt meteen protest uit bij de
achterban, dat ik snel de kop indruk. Sofie en Nico kijken elkaar in de ogen.
Een paarse coalitie dan maar… als het niet anders kan. Nico slaakt een kreet
wanneer Manu hem onder tafel tegen de schenen stampt.
Ik
deel de papiertjes uit. De lijsttrekkers nemen meteen hun pen ter hand. Bij
Allessia rollen de eerste tranen al na enkele seconden over haar wangen. Manu
kijkt naar de papiertjes van Nico, in de hoop te kunnen zien wat hij tot nu toe
geschreven heeft. Maar Nico heeft nog maar één partijnaam opgeschreven en is nu
alweer gedwongen die naam door te halen. Ook Sofie twijfelt bij het schrijven
van de tweede naam. Wacht eens even, lijkt ze te denken, ik zou durven wedden
dat die uitspraak ook van mij zou kunnen zijn.
Vertwijfeling
alom. Plots gaat er een schuchtere stem op vanuit de menigte. Ik herken ze
meteen.
‘Zijn
jullie wel zeker dat dit wettelijk is?’ vraagt hij bedeesd. De woorden zijn nog
niet uit zijn mond of er ontsnapt hem een pijnlijke kreun, wanneer zijn
partijvoorzitter hem een forse elleboogstoot in de ribben geeft en zegt: ‘Houdt
uwe mond, kater, want over wa wettelijk is kunde gij geen uitspraken doen.’
Er
klinkt hoongelach in de menigte.
‘Ge
hebt hem nochtans zelf op onze lijst gezet, voorzitter, zelfs na zijn
veroordeling door de rechtbank. Het zou bij mij ni gepakt hebben.’ Een
proteststem vanuit eigen rangen. Nico kijkt streng op en probeert de
oproerkraaier te identificeren. Er volgt een kort applaus dat ik nauwelijks
stil krijg.
‘Ja,
meester, ’t zen lappen, varkensoren!’ roept iemand anders, wat een nieuw
lachsalvo veroorzaakt bij de kandidaten.
Ik
kijk op mijn klok. De tijd is om. Ik doe teken dat iedereen de papiertjes moet
overhandigen, zodat ik ze kan verbeteren. Wat ik vermoedde is ook gebeurd. Niemand
heeft er iets van gebakken. Allessia heeft niks geschreven en Manu heeft voor
alle zekerheid overal CD&V op gezet, dan zit er minstens één goed antwoord
tussen. Nico heeft meerdere dingen doorgehaald en opnieuw geschreven, en bij
Sofie, die met trillende vingers haar papiertjes inleverde, staat telkens
een andere naam.
De
lijsttrekkers kijken elkaar verslagen aan.
‘Die
beloftes waren onderling verwisselbaar,’ oppert Nico. ‘Gij hebt krak hetzelfde
gezegd als ik.’ Het klinkt als een verwijt aan het adres van de burgemeester,
maar eigenlijk zegt hij het ook tegen zijn twee vrouwelijke rivalen.
‘Wat
probeert ge te zeggen?’ vraagt Manu. ‘Dat we voor niks campagne gevoerd hebben?’
‘Gij
misschien,’ zegt Sofie, ‘maar ik weet waarvoor ik gevochten heb.’
Bij
Allessia borrelen de tranen nog steeds naar boven. Tussen het snotteren door
prevelt ze nauwelijks hoorbaar: ‘Kies mij! Kies mij!’
De
resultaten zijn genadeloos. NV-A heeft geen punten gescoord, de drie andere
partijen elk één punt. Een beschamende uitkomst.
‘Wat
nu gezongen?’ vraagt iemand in de menigte. ‘Welke coalitie moet er nu gevormd
worden?
‘We
doen gewoon zoals we afgesproken hebben,’ zegt de burgemeester, en stampt ter
bevestiging Nico nog eens tegen de schenen. ‘Die papiertjes hebben geen enkel
belang.’
‘Klopt,’
bevestigt de lijsttrekker van openVLD, terwijl hij over zijn pijnlijke scheen
wrijft, ‘onze advocaat kan dat bevestigen.’
‘Niks
daarvan,’ zegt Sofie met iets te luide stem, en stampt - nu ze de kans heeft om
zijn aandacht te trekken - de burgemeester eens ferm tegen de schenen. ‘We moeten
de keuze van de burgers afwachten. De twee partijen met de meeste zetels vormen
een coalitie, en daarmee uit.’
De
lijstduwer van NV-A heeft intussen Allessia in de ribben gepord, omdat hij
vindt dat zij ook iets moet zeggen om haar partij in de strijd te gooien, maar
zij beantwoordt zijn aanmoediging door eens ferm aan zijn broske te trekken.
‘Vrienden,
vrienden, rustig,’ sus ik de gemoederen. ‘Laat ons de sereniteit en de kalmte
alsjeblieft bewaren.’ Maar terwijl ik de woorden uitspreek, breekt er overal
handgemeen uit, en zit er niets anders op dan iedereen zo snel mogelijk langs
de voordeur naar buiten te duwen. De laatste die mijn huis verlaat, een kerel
met een brilletje, roept mij nog één keer uitgelaten toe: ‘Kies mij! Kies mij!’
Verslagen
blijf ik achter. Op de keukenvloer vind ik de vertrappelde en verkreukte
papiertjes. De hond kijkt me droevig aan, alsof hij lijkt te zeggen: ‘Wat staat
daar nu eigenlijk op geschreven?’
Ik
lees de zinnen luidop voor.
‘We
willen niet alleen investeren in infrastructuur, maar ook in mensen.’
‘We
gaan Scherpenheuvel-Zichem leefbaar houden.’
‘Voor
ons is verkeersveiligheid een topprioriteit.’
‘We
moeten de financiële middelen in evenwicht houden.’
Ik
veeg alle folders bij mekaar en dump ze in de papierbak. Genoeg politiek voor
vandaag. De stapel papier is enorm, en ik voel plaatsvervangende schaamte.
Misschien had ik beter een tip gegeven aan onze kandidaten in plaats van een
test. Dat ze hun verkiezingsdrukwerk terug in bomen kunnen omzetten. Ze kunnen
dat doen door naar deze website te surfen en de instructies te volgen: www.10miljoenbomen.be.
Plots
gaat de deurbel. De hond blaft. Ik doe niet open, maar leg mijn oor tegen deur.
Er fluistert iemand: ‘Kies mij! Kies mij!’
-----
Een reactie is welkom, mits goede manieren.