Dagboek van een oorlog (2)

_
Dinsdag 25 februari 2003

Sinds haar onafhankelijkheid in 1947 werd Jordanië - een constitutionele monarchie - voor het merendeel van de tijd geregeerd door koning Hussein. Hij was een pragmatisch en succesvol leider en slaagde erin zijn land op de kaart van niet alleen het Midden-Oosten maar ook de rest van de wereld te zetten. De huidige koning, Abdullah II, oudste zoon van koning Hussein en prinses Muna, besteeg de troon in 1999 na de dood van zijn vader.
Jordanië heeft een bevolking van iets over de vijf miljoen, waarvan tweeënnegentig procent sunnitische moslims en acht procent christenen en anderen.
Het merendeel van het land bestaat uit rotsachtige woestijn, maar we hebben natuurlijk de Great Rift Valley die de oostelijke oever van de Jordaan scheidt van de westelijke. Ook het laagste, bewoonde punt op aarde bevindt zich binnen onze landsgrenzen, de Dode Zee (op 408 meter onder de zeespiegel).
Jordanië heeft een uitweg naar de Rode Zee via de havenstad Aqaba in de Golf van Aqaba. De buurlanden zijn de Bezette Palestijnse Gebieden en Israël in het westen, Syrië in het noorden, Irak in het noord-oosten en Saoedi-Arabië aan de hele zuid-oostelijke en zuidelijke grens. De officiële taal van Jordanië is het Arabisch, maar ook Engels wordt door de midden- en hogere klasse goed verstaan en gesproken.
Op toeristisch vlak heeft Jordanië heel wat te bieden: Petra, de uit-de-stenen-gehouwen stad van de Nabateeërs; Jerash, één van de best bewaarde - eerst Griekse en daarna Romeinse - steden van de Decapolis; Karak, met zijn prachtige kruisvaardersburcht; de Dode Zee; de woestijn van Wadi Rum, om maar de meest bekende te noemen.
Jordanië heeft weinig of geen eigen water en zeker geen druppel olie. Armoede en werkloosheid zijn hier nog steeds erg grote problemen en minstens een derde van de bevolking leeft zelfs onder de armoedegrens.
Economisch houdt het land het hoofd boven water met handel, dienstverlening, import/export. Er is ook een beperkte industrie, een beetje landbouw en uiteraard toerisme. Irak is altijd één van de grootste handelspartners van Jordanië geweest, vooral dan voor de invoer van ruwe olie.
Amman is de hoofdstad en veruit de grootste stad van het land. Het is ook de plaats waar ik woon. Het is een moderne en schone stad, waar het verkeer wel erg chaotisch kan zijn, maar waar het over het algemeen zeer aangenaam wonen is.

Ik ben C., ooit nog eens uit Scherpenheuvel in Vlaams-Brabant, België. Ik kwam hier veertien jaar geleden als toerist op bezoek en ben tot voor kort getrouwd geweest met een Jordaniër. Nu ben ik gescheiden. Ik ben zesendertig jaar en heb vier kinderen. Mijn oudste zoon wordt elf in mei, mijn oudste dochter wordt acht in april, en dan is er mijn tweeling van bijna vijftien maanden.
Wij wonen in een flat in Sweifiyeh, één van de vele residentiële buurten van uptown Amman. Ik knoop de eindjes aan elkaar met een klein thuisbedrijfje in webdesign. De twee oudsten gaan naar de International Community School en hebben het daar heel erg naar hun zin.
Mijn vriendenkring bestaat voor het overgrote merendeel uit expats. Velen van hen zijn Hollanders, die in Amman in veel grotere getalen aanwezig zijn dan Vlamingen. Maar natuurlijk heb ik ook Jordaanse vrienden.
Na veertien jaar voel ik mij hier erg goed in mijn vel. Het is ook daarom dat ik besloten heb hier te blijven wonen na mijn echtscheiding, nu twee maanden geleden. Integratie kan je het zeker niet noemen, maar ik heb toch een ‘aangepaste’ manier van leven gevonden.
Mijn situatie is nu wel drastisch anders dan voorheen en ik ben erg benieuwd naar wat er in de komende weken in mijn eigen leven gaat gebeuren. Ik woon hier zonder man, als gescheiden Westerse vrouw met vier kinderen. Spannend zal het zeker worden, maar echte problemen voor mijzelf en mijn kinderen voorspel ik niet.

Lees ook: Dagboek van een oorlog (3)
_

Reacties