Gratis boek voor elke zevenjarige
In alle kranten stond het te lezen vandaag: gratis boek voor elke zevenjarige! Gisteren had ik het ook al op het journaal gezien. Het ministerie van cultuur, Bert Anciaux, en de Stichting Lezen kondigden trots aan dat er vanaf 11 februari voor elk van de 63.000 zevenjarige in Vlaanderen het prachtige voorleesboek ‘Voor nu en nog heel lang’ gratis en voor niks klaar ligt in de openbare bibliotheek. Een half miljoen euro heeft de minister daarvoor opgehoest.
Blij dat ze waren, mijn zevenjarigen. Ik heb er zo twee in huis. De schoolbel had deze middag nog maar net gerinkeld of ze zaten allebei op de achterbank van de auto te wachten om naar Averbode te rijden om hun nieuwe boek af te halen.
‘Want wij zijn zeven jaar, hé mama, en in de krant staat dat je een boek cadeau krijgt als je zeven jaar bent.’
Met hun uitleenkaart hoog in de lucht gestoken schoven ze aan bij de balie. Wat duurde het lang. Popelend van ongeduld telden ze het aantal mensen dat nog voor hen in de rij stond. Moesten we nu zo nodig op het drukste moment van de week komen?
Oef! Eindelijk was het hun beurt. Ze klommen gelijktijdig tegen de hoge balie omhoog. Ik heb altijd het gevoel dat ze in de bibliotheek niet helemaal blij zijn met de klimpartijen van mijn tweeling, maar dan hadden ze maar een meer kindvriendelijke balie moeten bouwen. Als ze willen dat de bibliotheek toegankelijker is voor kinderen, geef hen dan ook de kans zelf hun boeken uit te lenen zonder halsbrekende toeren te moeten uithalen om het personeel te woord te staan.
‘Wij zijn zeven jaar!’ riepen ze samen uit. ‘Dan krijgen wij een boek.’
‘Klopt,’ zei de vriendelijke dame achter de balie.
Mijn kinderen overhandigden hun bibliotheekkaart om hun identiteit en leeftijd te bewijzen. Na de biep van de scanner, keek de dame hen een voor een aan.
‘Hoe oud zijn jullie?’
‘Zeven jaar.’
‘En wanneer waren jullie jarig?’
‘In december,’ zei mijn dochtertje, ‘dus zijn we morgen precies zeven jaar en twee maanden oud.’ We hadden in de auto het rekensommetje gemaakt.
Stilte. De vriendelijke dame achter de balie wisselde een snelle blik uit met haar collega en keek toen blozend in mijn richting.
‘Het spijt me, mevrouw,’ stamelde ze. ‘De boeken zijn enkel voor kinderen die geboren zijn in 2002.’
Een iets langere, dit keer ook iets pijnlijkere stilte.
‘Dat kan niet,’ zei mijn dochtertje die niet op haar mond gevallen is, ‘want ik heb een nichtje dat in 2002 geboren is en zij is nog maar zes jaar. Het boek is voor kindjes van zeven jaar. Het staat in de krant en ze hebben het op het nieuws gezegd.’
Nog voor de bibliothekaresse een nieuw woord kon uitbrengen, sprong mijn dochtertje met een elegante zwaai van de rand van de balie op de grond, rende naar de ingang van de bibliotheek en wees naar de grote letters op de affiche: ‘Kijk zelf maar!’
En toen, tot onze verbazing, zagen we het. Toen pas zagen we wat daar geschreven stond. Bijna hetzelfde als in de kranten. Echt waar bijna.
‘Word je dit jaar 7? Kan je al lezen? De bib heeft een cadeau voor jou!’
Met twee zwaar teleurgestelde zevenjarigen wandelde ik terug naar de auto. En met lege handen, want ze hadden zelfs geweigerd om hun wekelijkse leesboekjes uit te kiezen. Hun protestactie tegen de bibliotheek.
‘Ik wil hier nooit meer komen,’ slingerde mijn zoontje mij nog naar het hoofd toen ik de auto startte.
Zijn we dan toch van een kale reis thuis gekomen? Ik denk het niet. Misschien is het cadeau dat we vandaag van de minister van cultuur gratis en voor niks gekregen hebben wel de koude douche die ons deed beseffen dat niet altijd alles is wat het lijkt.
_
Blij dat ze waren, mijn zevenjarigen. Ik heb er zo twee in huis. De schoolbel had deze middag nog maar net gerinkeld of ze zaten allebei op de achterbank van de auto te wachten om naar Averbode te rijden om hun nieuwe boek af te halen.
‘Want wij zijn zeven jaar, hé mama, en in de krant staat dat je een boek cadeau krijgt als je zeven jaar bent.’
Met hun uitleenkaart hoog in de lucht gestoken schoven ze aan bij de balie. Wat duurde het lang. Popelend van ongeduld telden ze het aantal mensen dat nog voor hen in de rij stond. Moesten we nu zo nodig op het drukste moment van de week komen?
Oef! Eindelijk was het hun beurt. Ze klommen gelijktijdig tegen de hoge balie omhoog. Ik heb altijd het gevoel dat ze in de bibliotheek niet helemaal blij zijn met de klimpartijen van mijn tweeling, maar dan hadden ze maar een meer kindvriendelijke balie moeten bouwen. Als ze willen dat de bibliotheek toegankelijker is voor kinderen, geef hen dan ook de kans zelf hun boeken uit te lenen zonder halsbrekende toeren te moeten uithalen om het personeel te woord te staan.
‘Wij zijn zeven jaar!’ riepen ze samen uit. ‘Dan krijgen wij een boek.’
‘Klopt,’ zei de vriendelijke dame achter de balie.
Mijn kinderen overhandigden hun bibliotheekkaart om hun identiteit en leeftijd te bewijzen. Na de biep van de scanner, keek de dame hen een voor een aan.
‘Hoe oud zijn jullie?’
‘Zeven jaar.’
‘En wanneer waren jullie jarig?’
‘In december,’ zei mijn dochtertje, ‘dus zijn we morgen precies zeven jaar en twee maanden oud.’ We hadden in de auto het rekensommetje gemaakt.
Stilte. De vriendelijke dame achter de balie wisselde een snelle blik uit met haar collega en keek toen blozend in mijn richting.
‘Het spijt me, mevrouw,’ stamelde ze. ‘De boeken zijn enkel voor kinderen die geboren zijn in 2002.’
Een iets langere, dit keer ook iets pijnlijkere stilte.
‘Dat kan niet,’ zei mijn dochtertje die niet op haar mond gevallen is, ‘want ik heb een nichtje dat in 2002 geboren is en zij is nog maar zes jaar. Het boek is voor kindjes van zeven jaar. Het staat in de krant en ze hebben het op het nieuws gezegd.’
Nog voor de bibliothekaresse een nieuw woord kon uitbrengen, sprong mijn dochtertje met een elegante zwaai van de rand van de balie op de grond, rende naar de ingang van de bibliotheek en wees naar de grote letters op de affiche: ‘Kijk zelf maar!’
En toen, tot onze verbazing, zagen we het. Toen pas zagen we wat daar geschreven stond. Bijna hetzelfde als in de kranten. Echt waar bijna.
‘Word je dit jaar 7? Kan je al lezen? De bib heeft een cadeau voor jou!’
Met twee zwaar teleurgestelde zevenjarigen wandelde ik terug naar de auto. En met lege handen, want ze hadden zelfs geweigerd om hun wekelijkse leesboekjes uit te kiezen. Hun protestactie tegen de bibliotheek.
‘Ik wil hier nooit meer komen,’ slingerde mijn zoontje mij nog naar het hoofd toen ik de auto startte.
Zijn we dan toch van een kale reis thuis gekomen? Ik denk het niet. Misschien is het cadeau dat we vandaag van de minister van cultuur gratis en voor niks gekregen hebben wel de koude douche die ons deed beseffen dat niet altijd alles is wat het lijkt.
_
Een warm gevoel, een koude douche ... nooit een vervelend moment met Bert!
BeantwoordenVerwijderenTja zeg, je kan nooit voor iedereen goed doen. Helaas
BeantwoordenVerwijderenGa nog eens langs in de BIB tijdens de jeugdboekenweek want dan wordt een 'extra' boekenpakket geleverd. (Uit goede bron vernam ik dat, omwille van de 'ongelukkige' communicatie, Bert een 2de druk bestelde...)
BeantwoordenVerwijderen