Posts

Posts uit maart, 2009 tonen

Dagboek van een oorlog (13)

Afbeelding
_ Zondag 30 maart 2003 Op de derde pagina van de Jordan Times verschijnt elke dag het Home News . In de linkerkolom staan er een lijstje van de hoogtepunten. Vandaag zijn het er vijf. Twee hebben met Irak te maken. Het eerste draagt als titel: Iraqi nationals here can channel donations through embassy . De Iraakse ambassade in Amman heeft sinds zaterdag zijn deuren geopend om Iraakse burgers in Jordanië de kans te geven geld te doneren. Volgens de officiële verklaring aanvaardt de ambassade alle financiële en andere giften om het Irakeese volk te steunen in hun volharding tijdens deze tijd van oorlog en onaflatende internationale sancties. Een week geleden reed ik nog voorbij de Iraakse ambassade. Het gebouw is omringd door een hoge muur met kantelen en een kanjer van een vergulde poort. De muur is versierd met lichtblauwe tegels en versieringen. Deze ambassade ligt in een deel van de stad waar ik zelden kom, maar morgen zal ik eens de inspanning doen om tot daar te rijden in een taxi.

Dagboek van een oorlog (12)

Afbeelding
_ Zaterdag 29 maart 2003 Op donderdag kreeg ik een email van mijn moeder met als onderwerp: Amai! Ze vertelt over een reportage op Nederland 1 over Iraakse vluchtelingen die al jaar en dag proberen te overleven in Jordanië. Ik zie hen alle dagen, de vrouwen in zwart. Ze zitten op de stoepen voor de winkels in Sweifiyeh sigaretten of snoepjes te verkopen. Het zijn stuk voor stuk Irakese oorlogsweduwen, die zonder enige vorm van inkomen of steun van de Jordaanse overheid tot bedelen gereduceerd zijn. Er zijn naar schatting vierhonderduizend Irakese vluchtelingen in Jordanië. De grootste influx werd veroorzaakt door de eerste Golfoorlog. Sinds die tijd zijn er nog steeds dagelijks Irakezen die de grens oversteken om het regime van Saddam te ontvluchten. Mijn moeder zei dat er in de reportage gepraat werd over Yousef Hashweh. Hij is een reverend en dokter van de CAMA-kerk en leidt een project dat gratis medische verzorging biedt aan deze Irakese mensen, maar ook aan arme Jordaanse familie

Dagboek van een oorlog (11)

_ Donderdag 27 maart 2003 Het is kwart na middernacht. Ik lag al in mijn bed toen ik terug moest opstaan om dit op te schrijven: in het Westen zijn er mensen die beweren dat het nauwelijks een oorlog kan genoemd worden, wat er gaande is in Irak, omdat er bijna geen sprake is van slachtoffers. Op een discussieforum las ik: ‘Het klinkt natuurlijk cynisch maar het aantal slachtoffers valt nog enorm mee als je kijkt naar de enorme inzet van het wapentuig.’ Cynisch vind ik eerder deze uitspraak. Hier is wat ik erover denk. Ten eerste is het helemaal in het Anglo-Amerikaanse belang dat er in alle stilte wordt gezwegen over hoeveel doden er in Irak al gevallen zijn. Je kan mij niet vertellen dat wanneer er al meer dan duizend raketten zijn afgevuurd dat daar geen slachtoffers bij vallen. Komaan. Hoe accuraat die bommen ook mogen zijn, ze hebben al honderden en honderden slachtoffers gemaakt. Die raketten landen niet in de woestijn. Surf maar eens naar een website dat een stadsplan van Baghdad

Dagboek van een oorlog (10)

Afbeelding
_ Woensdag 26 maart 2003 Vandaag heb ik foto’s gezien van mijn zee van bloemen. Een van de twee vrienden met wie ik tien dagen geleden op die mooie heuvel heb gezeten, ging eergisteren terug en maakte drie prachtige foto’s. Hij wou de herinnering vastleggen vooraleer de bloemen in de boomgaard verdwijnen. Het resultaat is adembenemend. Gisteren is het in de loop van de namiddag weer beginnen sneeuwen. In de tijdsspanne van een uur waren alle wegen dichtgesneeuwd. En dat op het einde van maart. Ik heb het hier nog nooit meegemaakt. Toen ik vanochtend de rolluiken optrok, zag ik de straat niet eens. De hele stad was bedekt met een melkwitte, dichte mist. De schoolbus kwam pas om negen uur opdagen, twee uur later dan normaal, en ik had een beklemmend gevoel toen mijn oudste kinderen opstapten. Alsof ik hen nooit meer zou terugzien. Ze zijn intussen weer veilig thuis. Vanmiddag ging ik op bezoek in The Humane Center for Animal Welfare , de enige fatsoenlijke dierenwelzijnsorganis

Dagboek van een oorlog (9)

_ Maandag 24 maart 2003 Gisteren was ik diep geschokt door de beelden van een Amerikaanse soldaat die door Iraakse militairen voor de camera’s werd opgevoerd. Hij staarde verward heen en weer, alsof hij onder de invloed was van drugs. De angst was duidelijk van zijn gezicht af te lezen. Omwille van die beelden heb ik vandaag geen tv gekeken. Struisvogelstrategie. Het gaf me echter wel de tijd om wat gesprekken te voeren met mensen. De meningen lopen ver uiteen, maar toch zijn er hier en daar een aantal overeenkomsten. ‘We kunnen niet te lang in zoveel spanning leven,’ zegt de ene. ‘We vinden dat de bevolking van Irak niet nog eens een aanslepende oorlog hoeft te ondergaan,’ zegt de andere. ‘Dat ze dus maar snel ‘bevrijd’ mogen worden.’ Veel mensen trekken zich hier bijna het haar uit hun hoofd bij de gedachte dat de Amerikaanse soldaten verwacht hadden om Basra binnen te wandelen en daar begroet te worden door een juichende menigte opgeluchte inwoners. 'Hebben die Amerikan

Dagboek van een oorlog (8)

_ Vrijdag 21 maart 2003 Vandaag is de eerste dag van de lente. Stel je voor. Ik zit vanavond weer naar tv te kijken, ook al heb ik de hele dag bijna niets anders gedaan. Het ‘vuurwerk’ in Bagdad gaat zo meteen herbeginnen na een staakt-het-vuren van een uur. Ik heb er stilaan genoeg van. De hele avond al breng ik door met het heen- en weerzappen tussen BBC World, Jordan Television en de Iraakse televisie. In Irak zag ik eerst het einde van een praatprogramma tussen drie mannen in legeruniform. Daarna verscheen er een gepassioneerde zanger die plechtstatig een lied zong ter grotere glorie van zijn president. Als je hem moet geloven is Saddam Hussein niet veel minder dan God de Vader zelve. Dan maar weer BBC World kijken. (CNN kan ik niet ontvangen.) Daar wordt net gezegd dat er vandaag demonstraties waren in Amman. Ik denk aan mijn moeder. Haar ontgaat geen woord van de berichtgeving. Maakt ze zich niet te ongerust? Natuurlijk wel, hoe kan het anders. Even later belt ze om te vragen hoe

Dagboek van een oorlog (7)

_ Donderdag 20 maart 2003 De aanvallen zijn begonnen. Toen ik om vijf uur vanochtend opstond om de verwarming aan te zetten, kon ik niet aan de verleiding weerstaan om even naar BBC World te kijken. Ari Fleischer, de woordvoerder van het Witte Huis, was net klaar met een statement . Terwijl de commentator nog even samenvatte wat Fleischer had verteld, schakelde het beeld al over naar George Bush, die zich opmaakte om zelf het woord te nemen. Een kapster was ijverig in de weer om zijn haar met kam en spuitbus te cementeren. Bush maakte ondertussen een grapje met de mensen van de cameraploeg en het geluid. Terwijl ik zat te kijken, moest ik plots denken aan neuroloog Oliver Sacks. In zijn boek The Man Who Mistook his Wife for a Hat beschreef hij een incident in een psychiatrisch ziekenhuis waar hij werkte. Op een dag ontstond er grote opschudding in de gemeenschappelijk televisiekamer. Een aantal patiënten keken samen tv en waren in een hysterische lachbui uitgebroken. Toen Sacks en

Dagboek van een oorlog (6)

_ Dinsdag 18 maart 2003 Vandaag is bij mij de verslagenheid heel groot. Het wachten is voorbij. Saddam en zijn zonen hebben achtenveertig uur de tijd gekregen om Irak te verlaten, met als gevolg dat de oorlog er nu echt zit aan te komen. Tijdens de toespraak van Bush kon ik mijn tranen niet bedwingen. Hij richtte zich tot de Iraakse soldaten met de boodschap niet langer een stervend regime te verdedigen. Toch offeren die soldaten zich met passie op voor hun president. Stervend regime of niet. Zo zijn de Irakezen nu eenmaal. Ze geloven koppig in de overwinning. Zelfs wanneer ze oog in oog staan met het machtigste leger ter wereld. Voor ons lijkt dat hallucinant, maar voor hen is het vanzelfsprekend. Kijk maar naar alle vrijwilligers uit andere Arabische landen die trouw zweren aan Saddam en ook bereid zijn om hun leven te geven in een strijd die voor ons al op voorhand verloren lijkt. Toen ik het vliegtuig van de VN inspecteurs zag opstijgen, vloeide bij mij weer de tranen. ‘ Mission

Dagboek van een oorlog (5)

_ Zaterdag 15 maart 2003 Vanochtend kreeg ik een email van mijn zus waarin ze schrijft dat het maandag, dinsdag of woensdag gaat gebeuren. En dat terwijl ik gisteren nog even gegrepen werd door de illusie dat het er nooit van komt. Ik weet natuurlijk ook dat die oorlog er gewoon wél komt, maar ik vind dat men nooit de hoop mag opgeven dat de pure goedheid of de rede dan toch de bovenhand haalt. Afgelopen donderdag had ik een vergadering bij een nieuwe klant. Jane Taylor is een Engelse fotografe die al veertien jaar in Jordanië woont. Net zo lang als ik. Zij wil de vrije tijd, die de (nakende) oorlog haar geeft, gebruiken om eindelijk een website te maken. Ze kan nu toch niet rondtrekken. Haar werk is zeer gevariëerd en boeiend. Zo heeft ze bijvoorbeeld in Irak een aantal fotoreportages gemaakt. Fantastische beelden. Terwijl we samen haar archieven doorzochten om te zien welke foto’s in aanmerking komen voor de website, maakte ik de bedenking dat we met deze momentopnames over enkele w

Dagboek van een oorlog (4)

_ Dinsdag 11 maart 2003 Enkele dagen geleden kreeg ik een email waarin stond dat Ali’s Dry Clean , vlak bij de militaire basis in Sawafi aan de grens met Irak, dagelijks duizend tweehonderd uniformen van Britse en Amerikaanse soldaten wast. Daar zal meneer Ali zelf dan waarschijnlijk heel gelukkig mee zijn. Een uiterst lucratieve bezigheid, dat uniformen wassen. En hij is niet alleen in het profiteren van een mogelijke oorlog. Zo is er bijvoorbeeld nergens in Amman nog een 4x4 te huur. De stad wordt overspoelt door journalisten en die willen blijkbaar allemaal zo mobiel mogelijk zijn. Uiteraard is het de regering zelf die de grootste beloning zal ontvangen. In ruil voor haar pro-Westerse houding mag Jordanië van de VS namelijk tweehonderd miljoen dollar per jaar aan militaire steun in ontvangst nemen. Mooi meegenomen. In vergelijking met de paria-status die koning Hussein voor zijn land had verworven tijdens de eerste Golfoorlog heeft koning Abdullah het dit keer wel heel slim gespeeld

Dagboek van een oorlog (3)

_ Woensdag 5 maart 2003 Op 3 maart zou de oorlog beginnen. Daar had ik mij altijd zo’n beetje op ingesteld. Het is nu de avond van 5 maart en ik zit hier achter mijn computertje te schrijven, mijn kinderen liggen zalig in hun bedjes te slapen en er is gelukkig nog geen oorlog. Hopelijk, maar hoogstonwaarschijnlijk, zal hij er ook nooit komen. Terwijl Jordanië nog volop bijkomt van de grote sneeuwstorm van vorige week, vragen we ons met z’n allen af wat er ons eigenlijk allemaal te wachten staat. ‘Helemaal niks, er gebeurt hier helemaal niks,’ is de hoopvolle commentaar van heel wat mensen. Vanmiddag, toen ik een kopje koffie zat te drinken met enkele vriendinnen, hoorden we aan het tafeltje achter ons iemand zeggen dat de Amerikanen van plan zijn om tijdens de eerste vier dagen van de oorlog vierduizend raketten af te vuren op strategische punten in Irak. Ook al lijkt mij zo een uitspraak klinklare onzin (hoe kon die man dat nu weten?), het maakt de realiteit van een nakende oorlog to

Dagboek van een oorlog (2)

Afbeelding
_ Dinsdag 25 februari 2003 Sinds haar onafhankelijkheid in 1947 werd Jordanië - een constitutionele monarchie - voor het merendeel van de tijd geregeerd door koning Hussein. Hij was een pragmatisch en succesvol leider en slaagde erin zijn land op de kaart van niet alleen het Midden-Oosten maar ook de rest van de wereld te zetten. De huidige koning, Abdullah II, oudste zoon van koning Hussein en prinses Muna, besteeg de troon in 1999 na de dood van zijn vader. Jordanië heeft een bevolking van iets over de vijf miljoen, waarvan tweeënnegentig procent sunnitische moslims en acht procent christenen en anderen. Het merendeel van het land bestaat uit rotsachtige woestijn, maar we hebben natuurlijk de Great Rift Valley die de oostelijke oever van de Jordaan scheidt van de westelijke. Ook het laagste, bewoonde punt op aarde bevindt zich binnen onze landsgrenzen, de Dode Zee (op 408 meter onder de zeespiegel). Jordanië heeft een uitweg naar de Rode Zee via de havenstad Aqaba in de Golf v

Dagboek van een oorlog (1)

Heel lang geleden, toen de dieren nog konden praten en de bomen op hun wortels door het bos liepen, heb ik een oorlog meegemaakt. Niet van dichtbij, gelukkig, maar toch ook niet van heel ver. Begin maart 2003, toen ik al bijna vijftien jaar in Jordanië woonde, brak in buurland Irak voor de tweede keer de Golfoorlog uit. Van de eerste Golfoorlog, die vier jaar eerder werd beslecht, was ik ook al getuige geweest. Maar dit keer beleefde ik het conflict op een heel andere manier. Elk jaar in maart denk ik terug aan die tijd. En elk jaar opnieuw denk ik: ik zou eens iets moeten doen met het dagboek dat ik toen geschreven heb. Twee medewerkers van het Nederlandse tv-programma Netwerk hadden mij gecontacteerd met de vraag of ik voor hen een dagboek wilde bijhouden, samen met een aantal mensen in andere betrokken of naburige landen. De bedoeling was om neer te pennen hoe wij en onze onmiddellijke omgeving de situatie in Irak beleefden en welke impact het conflict al dan niet had op ons leven.

Sjalleke

In Het Nieuwsblad vertelt Marie-Rose Morel (VB) vandaag over haar strijd tegen kanker. Ik heb al van bij het begin erg met haar te doen. Ze is nog zo jong, ze heeft kleine kinderen, de prognose is niet goed. Je moet een hart van steen hebben om daar geen verdriet bij te voelen. ‘Ik ben zesendertig jaar,’ zegt ze, ‘dan ga je niet dood.’ Kanker is de grote gelijkmaker. Dat zeggen ze ook wel van andere dingen, maar bij kanker hoor je heel vaak de uitspraak: je denkt altijd dat het alleen andere mensen overkomt, tot het in je eigen leven toeslaat. Zo ging het ook bij Morel. Toen ze het nieuws kreeg dat ze niet alleen baarmoederkanker heeft, maar ook meerdere uitzaaiingen, kon ze dit nauwelijks geloven. Die eerste confrontatie met het noodlot moet keihard geweest zijn. Toch blijft ze optimistisch. Zowel op haar blog als in dit interview. Dat bewonder ik in haar, ook al ben ik verder geen fan. Bij het krantenartikel staat een zeer charmante foto. Je merkt niet eens dat ze doodziek is. Dat i

Google Maps

Wanneer ik bij Google Maps naar Scherpenheuvel zoek, kom ik in het centrum van Zichem terecht. Voor een buitenstaander is dat waarschijnljk geen wereldnieuws, want we vormen uiteindelijk samen met nog drie of vier andere deelgemeenten de stad Scherpenheuvel-Zichem, maar voor mij is het wel een big deal . Het moet een technische fout zijn. Ik weet dat het niet op elke computer zo is, want ik heb het al elders geprobeerd. Ga zelf maar eens kijken en laat me alsjeblieft weten waar je uitkomt. Vroeger, vóór de fusie van 1977, bestond er veel rivaliteit en jaloezie tussen de verschillende gemeenten bij ons. ‘Die van Zichem’ en ‘die van Scherpenheuvel’ konden elkaar zo goed als niet uitstaan. Er was zelfs een soort van bendevorming bij de jeugd en die ging dan tijdens de carnaval- en kermisweek met veel plezier op de vuist. Zelfs op het chirobal werd er naar goede jaarlijkse traditie eens kort en krachtig geknokt. Dat deze rivaliteit gebaseerd is op een vierhonderd jaar oude geschiedenis wet