Kinderen van het Prattenborgplein (1)

_
Gisteren had ik het eerste gesprek ter voorbereiding van mijn verhalen over het Prattenborgplein in Scherpenheuvel. Het is de bedoeling om een periode uit de geschiedenis van mijn dorp te beschrijven aan de hand van de getuigenissen van de mensen die daar woonden tussen 1945 en 1950, zo ongeveer. Waarom precies die tijdspanne? Mijn moeder woonde daar, met haar ouders en twee zussen, en heeft kleurrijke herinneringen aan haar kindertijd.
Tien dagen geleden, toen ik op een ochtend bij haar op bezoek was, vroeg ik haar om het huis te beschrijven waar zij woonde. Wat volgde was een verhaal van anderhalf uur waaruit ik de conclusie trok dat het hoog tijd is om dat allemaal eens op te schrijven. Om de mensen die nu dood zijn terug tot leven te wekken, al was het maar voor even, en de kinderen, die nu tot de oudere generatie van Scherpenheuvel behoren, opnieuw te laten ravotten en spelen op de kasseien van de straat.

Het Prattenborgplein bestaat al sinds mensenheugenis. Wanneer je op de kaart van Ferraris, de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden uit 1777, gaat kijken in de Koninklijke Bibliotheek van België, dan zie je de contouren duidelijk afgelijnd onder de Porte de Diest. Huizen waren er toen nog niet, alleen velden, want dat hele gebied lag net buiten de stadsvesten. Maar op de kaart staat wel een constructie getekend, iets dat in mijn verbeelding een beetje op een obelisk lijkt.
Op de kadasterkaart van Popp (Plan parcellaire de la commune de Mont-Aigu, 1842-1879) was het plein intussen dichtbevolkt. Aan de zuidkant staan duidelijk de drieëntwintig huizen die er aan het einde van de tweede wereldoorlog ook nog zouden staan. Zelfs op de kant, zoals een deel van de noordzijde van het plein werd genoemd, waren een aantal arbeidershuisjes gebouwd. Zeven, in die tijd. En iets meer naar het oosten, in de richting van Diest, stonden nog vier huizen. Later zouden er daar nog een hele hoop bijkomen.
Het plein wordt ook vandaag nog gewoon de gemeente genoemd (de gemainte). Waar die naam vandaag komt, weet ik niet, maar je kan hem wel al terugvinden op de kaart van Popp. Ook de namen Prattenberg en Pratten borg, in twee woorden, staan er op. Historici of mensen die beter bevoegd zijn dan ik, kunnen dat waarschijnlijk allemaal in een mooie uitleg gieten.

Hoeveel Oude Markten, Kerkpleinen of Graanmarkten zouden er niet bestaan in Vlaanderen en Nederland? Wel, er is maar één Prattenborgplein in de wereld. Ga maar kijken. Vandaag de dag ligt de gemeente er een beetje levenloos bij. Er zijn bij wijze van spreken enkel nog twee cafés, een bakker en een kruidenierswinkeltje. Het zal er in de volgende jaren niet beter op worden, aangezien de ring rond de kerk door herstructurering binnenkort verkeersluw wordt gemaakt en alles en iedereen via het Prattenborgplein zal worden omgeleid.
Vroeger bruiste de gemeente van het leven. Het krioelde er van de kinderen die op straat en in elkanders huizen speelden. Scherpenheuvel was al eeuwenlang een bedevaartsoord en de lokale bevolking bestond uit commercanten en arbeiders. Zeker op het Prattenborgplein was dat zo. Eind jaren veertig waren misschien wel de helft van de inwoners mijnwerkers. De andere helft had een winkel of café.
Toen de oorlog voorbij was en de Duitse bezetting achter de rug, heerste er een sfeer van opluchting en optimisme. De mensen hadden het niet breed, maar er was solidariteit. Iedereen deelde hetzefde lot en dat bracht de mensen van de gemeente samen. Niemand was beter of slechter dan zijn buurman en als iemand iets nodig had of in de pinarie zat, schoot er wel altijd iemand ter hulp. Het was een buurt van vriendschap en verwandschap zoals er nu nog maar weinigen bestaan. Ik heb heimwee naar die tijd. Misschien omdat ik hem nooit gekend heb.

Er zijn heel veel kinderen van het Prattenborgplein die vandaag nog hun verhaal kunnen doen. Bij deze zijn ze gewaarschuwd: ik rook jullie allemaal uit. Het eerste gesprek heb ik al gehad. Met Marianne Vervoort, mijn moeder, en Julia Jacobs, haar buurvrouw. Twee uur heeft het geduurd en het heeft me doen inzien dat ik waarschijnlijk niet weet waar ik aan begin. Het luisteren en schrijven is geen probleem, maar hoe zal ik dat allemaal in verstaanbare verhalen gieten. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik het zal leren. Tout ce qui est difficile devient facile grâce à l'apprentissage.

Telkens ik een stuk geschreven heb, zal ik het hier op mijn weblog zetten. Dan kunnen mijn lezers commentaar geven en suggesties doen. Met welke frequentie ik zal schrijven weet ik nog niet, maar ik ga toch proberen er een zekere regelmaat in te houden. Ik zal beginnen met de beschrijving van de drieëntwintig huizen aan de zuidkant van de gemeente. De vrouwen, mannen en kinderen die daar woonden en wat ze deden. Het kruidenierswinkeltje van Jo Kwak, café In de Congo, de kamion van Musse Hendrick, de textielwinkel van Mein Pai en een bonte bloemlezing van mensen als Tin van de Zwette van Wachtebeke, de Ku de Paris, Karlien, Marieke Nep, Nar en de Balte (om er maar een paar te noemen) zullen de revue passeren. Op die manier hoop ik de kinderen en de verhalen te vinden die bij de huizen passen.
Het betreft geen exacte wetenschap, maar het collectieve geheugen van een dorpsplein. Ik zal hier en daar iets met de mantel der liefde toedekken en alleen datgene overhouden en beschrijven dat echt relevant is voor de reconstructie van een tijd en plaats die al lang niet meer bestaat.

Help mij, Scherpenheuvel.
_

Reacties