Luchtdruk - een schrijfoefening
_ Uren staren we in de lucht, luisterend naar het geluid van de vliegtuigmotoren, wolken onder de vleugels, daarboven ijle lucht, nog hoger gewichtloze duisternis, nevelslierten. De zon lijkt in de diepte onder te gaan, een tunnel vol geruis, stemmen op de achtergrond. We vergeten dat we vliegen, de voeten op de bodem, we leven in het heden. Een vliegtuigje in de diepte, zwevend in dezelfde gewichtloosheid. We zijn open en alert. Niets is ooit verdwenen. Misschien zijn er mensen of dingen zoek geraakt, maar niets is ooit verdwenen. We moeten een beweeglijkheid ontwikkelen om de dingen aan te raken, dwars door pixels en ether, dwars door de tijd. Een stad strekt zich onder ons uit, honderdduizenden lichtjes, een glanzend tapijt, daarbinnen een veelvoud aan mogelijkheden, ontmoetingen, weerkaatsingen. We denken ergens tussen al die lichtjes troost te vinden, de juiste keuze. Twee mannen. De ene niet genoeg, de andere te veel. Eerst jarenlang de eerste. Hij streelt en kust en speelt Duke ...