Dagboek van een oorlog (13)
_
Zondag 30 maart 2003
Op de derde pagina van de Jordan Times verschijnt elke dag het Home News. In de linkerkolom staan er een lijstje van de hoogtepunten. Vandaag zijn het er vijf. Twee hebben met Irak te maken.
Het eerste draagt als titel: Iraqi nationals here can channel donations through embassy. De Iraakse ambassade in Amman heeft sinds zaterdag zijn deuren geopend om Iraakse burgers in Jordanië de kans te geven geld te doneren. Volgens de officiële verklaring aanvaardt de ambassade alle financiële en andere giften om het Irakeese volk te steunen in hun volharding tijdens deze tijd van oorlog en onaflatende internationale sancties.
Een week geleden reed ik nog voorbij de Iraakse ambassade. Het gebouw is omringd door een hoge muur met kantelen en een kanjer van een vergulde poort. De muur is versierd met lichtblauwe tegels en versieringen. Deze ambassade ligt in een deel van de stad waar ik zelden kom, maar morgen zal ik eens de inspanning doen om tot daar te rijden in een taxi. Om te zien hoeveel mensen staan aan te schuiven met donaties.
Gisteren schreef ik nog dat er vierhonderduizend straatarme vluchtelingen zijn in Amman. Hoeveel geld zullen zij naar de ambassade dragen?
Het tweede onderwerp in de linkerkolom van de Jordan Times is: Amman Private University halves tuition fees. De Amman Private University (APU) heeft beslist om alle studenten die uit Irak moeten vluchten vijftig procent korting te geven op hun leergeld.
Bijna tweeduizend vijfhonderd Jordaanse jongeren studeren namelijk aan Irakeese universiteiten. Ze zijn intussen terug thuis. Volgens het artikel heeft koning Abdullah richtlijnen gegeven om de inschrijving van terugkerende studenten te vergemakkelijken. De APU volgt als eerste deze richtlijnen. U vraagt, wij draaien!
Verder staat er op pagina drie ook nog een artikel over Abu Hamed, een achtenvijftigjarige Palestijn die in ’67 zijn land werd uitgejaagd en al zesendertig jaar in Hitteen Refugee Camp woont, een vluchtelingenkamp op amper elf kilometer van Amman. Abu Hamed zegt dat hij vanwege zijn eigen verbittering heel goed kan begrijpen hoe de Irakeese bevolking zich momenteel moet voelen.
Bij het lezen van dit artikel maak ik de bedenking dat het onbegrip bij de mensen elke dag groter wordt. En in het hart van de Jordaniërs groeit stilaan ook woede en zelfs haat. Omdat zoveel bloedvergieten tegen alle rede ingaat.
Lees ook de andere dagboekfragmenten,
te beginnen bij Dagboek van een oorlog (1)
_
Zondag 30 maart 2003
Op de derde pagina van de Jordan Times verschijnt elke dag het Home News. In de linkerkolom staan er een lijstje van de hoogtepunten. Vandaag zijn het er vijf. Twee hebben met Irak te maken.
Het eerste draagt als titel: Iraqi nationals here can channel donations through embassy. De Iraakse ambassade in Amman heeft sinds zaterdag zijn deuren geopend om Iraakse burgers in Jordanië de kans te geven geld te doneren. Volgens de officiële verklaring aanvaardt de ambassade alle financiële en andere giften om het Irakeese volk te steunen in hun volharding tijdens deze tijd van oorlog en onaflatende internationale sancties.
Een week geleden reed ik nog voorbij de Iraakse ambassade. Het gebouw is omringd door een hoge muur met kantelen en een kanjer van een vergulde poort. De muur is versierd met lichtblauwe tegels en versieringen. Deze ambassade ligt in een deel van de stad waar ik zelden kom, maar morgen zal ik eens de inspanning doen om tot daar te rijden in een taxi. Om te zien hoeveel mensen staan aan te schuiven met donaties.
Gisteren schreef ik nog dat er vierhonderduizend straatarme vluchtelingen zijn in Amman. Hoeveel geld zullen zij naar de ambassade dragen?
Het tweede onderwerp in de linkerkolom van de Jordan Times is: Amman Private University halves tuition fees. De Amman Private University (APU) heeft beslist om alle studenten die uit Irak moeten vluchten vijftig procent korting te geven op hun leergeld.
Bijna tweeduizend vijfhonderd Jordaanse jongeren studeren namelijk aan Irakeese universiteiten. Ze zijn intussen terug thuis. Volgens het artikel heeft koning Abdullah richtlijnen gegeven om de inschrijving van terugkerende studenten te vergemakkelijken. De APU volgt als eerste deze richtlijnen. U vraagt, wij draaien!
Verder staat er op pagina drie ook nog een artikel over Abu Hamed, een achtenvijftigjarige Palestijn die in ’67 zijn land werd uitgejaagd en al zesendertig jaar in Hitteen Refugee Camp woont, een vluchtelingenkamp op amper elf kilometer van Amman. Abu Hamed zegt dat hij vanwege zijn eigen verbittering heel goed kan begrijpen hoe de Irakeese bevolking zich momenteel moet voelen.
Bij het lezen van dit artikel maak ik de bedenking dat het onbegrip bij de mensen elke dag groter wordt. En in het hart van de Jordaniërs groeit stilaan ook woede en zelfs haat. Omdat zoveel bloedvergieten tegen alle rede ingaat.
Lees ook de andere dagboekfragmenten,
te beginnen bij Dagboek van een oorlog (1)
_
Reacties
Een reactie posten