Dagboek van een oorlog (16)

_
Donderdag 10 april 2003

Iedereen zette zich schrap voor de slag om Bagdad en hij is er niet gekomen.

Toen mijn oudste kinderen gisteren van de bus stapten, kondigden ze met enthousiasme aan dat de oorlog voorbij was. ‘The war is over, the war is over!’ had een juf geroepen terwijl ze vreugdevol door de gangen danste.
Later op de middag heb ik de beelden gezien van de ‘bevrijding’ van Bagdad. Samen met het personeel van Burger King, het fastfoodrestaurant waar ik met de kinderen zat te eten. We stonden met een twintigtal mensen rond het tv-scherm. Op CNN lieten ze de fameuze scène zien van de Amerikaanse mariniers die op het Fardousplein in het midden van de stad een menigte woedende Irakezen bijstond bij het neerhalen van het reuzestandbeeld van Saddam.
De verontwaardiging was groot bij iedereen rond het tv-scherm toen een marinier de Amerikaanse vlag op Saddams gezicht plakte. ‘In your face, asshole!

Toen het standbeeld dan eindelijk met een knal op de grond viel, begon iedereen er op te springen en te spuwen. Er waren zelfs mensen die er met hun sandalen en schoenen op sloegen, de ultieme belediging voor de Arabieren. Ook rond mij stond iedereen te roepen en joelen, met plaatsvervangende vreugde en opluchting.
Ik moest weer tranen bedwingen. Je kan je niet voorstellen hoe nauw de Jordaniërs begaan zijn met het lot van de Irakese bevolking. Ze zijn hier zo gepassioneerd dat ze het lijden van een ander als hun eigen lijden aanvoelen. Zo ook voelen ze de opluchting over het einde van een verpletterende en beklemmende dictatuur.

Maar wat nu met Bagdad? Wat nu met Irak? What’s the plan, Mr. President?


Lees ook de andere dagboekfragmenten,
te beginnen bij Dagboek van een oorlog (1)
-

Reacties