Dagboek van een oorlog (14)

_
Woensdag 2 april 2003

Gisteren stond er een aandoenlijk verhaal in de krant dat aansluit bij iets dat ik eerder in dit dagboek schreef. Van de vierhonderdduizend Irakese vluchtelingen in Jordanië zijn er sinds het begin van de oorlog al zesduizend zevenhonderd teruggekeerd naar Irak.
Het artikel brengt het relaas van de zevenentwintigjarige Ghanem Rahim die zijn reden geeft voor zijn beslissing om terug te keren naar zijn geboortestad Basra. Hij wil namelijk zijn elf broers en zussen niet alleen laten in hun strijd tegen de Engels-Amerikaanse invasie. Ghanem sluit zich aan bij duizenden andere Irakezen die besloten hebben om naar hun land terug te keren om actief weerstand te bieden.
‘Ik wil niet toekijken terwijl mijn land uit mekaar wordt gerukt,’ zegt Ghanem. ‘We moeten onze eer redden, onze waardigheid en ons land.’

Om in Irak te geraken, moet er veel geld betaald worden. Busmaatschappijen willen hun bussen en het leven van hun chauffeurs niet riskeren. Alleen een beperkt aantal taxi’s en privé-transportbedrijven zijn bereid het traject naar Bagdad af te leggen. Een rit kost al gauw tweeduizend dollar.
Irakezen zoals Ghanem Rahim kunnen die prijs onmogelijk betalen. Daar heeft Uday, de zoon van Saddam Hussein, gretig gebruik van gemaakt. Elke Irakees die er in slaagt op eigen houtje de grens te bereiken en over te steken naar Triebil krijgt van Uday gratis vervoer naar o.a. Bagdad.

Tijdens deze oorlog was het gisteren doodgewoon de achtste verjaardag van mijn dochter Anoud. Voor haar was er geen vuiltje aan de lucht. Ook al is haar klas danig uitgedund, toch was het een gezellige viering met taart en een zwempartijtje met vriendjes en vriendinnetjes in het zwembad van de school.
Tijdens het feestje praatte ik met de moeder van Tara. Zij is Irakese. Haar eigen moeder woont in Karbala en haar zus in het centrum van Bagdad. Al meer dan een week heeft ze geen contact met hen gehad. Ze kan niet meer bellen en vraagt zich af of ze dood zijn of levend.
Ze vertelde dat ze niet meer naar tv durft te kijken uit angst voor beelden van haar gebombardeerde straat. Haar gezicht was een ravage van slaapgebrek en nervositeit.
Ondertussen zaten we gezellig bij het zwembad. Onze dochtertjes lachten en speelden samen in het water.

De tv staat hier in huis al lang niet meer aan. Een aantal dagen geleden heb ik besloten hem definitief af te zetten. Ik werd ziek van de beelden.
De zon schijnt en het is aangenaam warm. Af en toe betrap ik mezelf erop dat ik vrolijk ben. Het is heel gemakkelijk om te doen alsof er niks aan de hand is.
Never underestimate the power of denial.


Lees ook de andere dagboekfragmenten,
te beginnen bij Dagboek van een oorlog (1)
_

Reacties