Kinderen van het Prattenborgplein (2)
_
Beginnen bij het begin lijkt mij de simpelste manier. Om een overzicht te maken van de inwoners van alle huizen op het Prattenborgplein in Scherpenheuvel tussen 1945 en 1950 zal ik beginnen met een korte beschrijving van de eerste twaalf huizen aan de zuidkant van het plein, van west naar oost.
Die informatie is natuurlijk verre van compleet. Het is dan ook maar een eerste aanzet. Maar op deze manier kan ik verifiëren of ik de juiste gezinnen in de juiste huizen heb geplaatst en de winkels en de café’s correct heb aangeduid. Ik ga de huizen gewoon nummeren van 1 tot 12. Natuurlijk komt dit niet overeen met de vroegere of huidige huisnummers. Het is enkel bedoeld om mij het leven gemakkelijk te maken.
Omdat bijnamen in die tijd nu eenmaal deel uitmaakten van het dagelijkse leven, zal ik ze ook rijkelijk gebruiken. Het zou zonde zijn om het niet te doen, omdat sommige van die namen intussen haast legendarische proporties hebben aangenomen in Scherpenheuvel. Hopelijk breng ik daarmee niemand in verlegenheid.
Er zijn al een aantal mensen die zich hebben aangemeld om te vertellen, waarvoor mijn oprechte dank. Ik zal hen zo snel mogelijk contacteren. O ja, nog even dit: wees aub niet te beroerd om mij te wijzen op mijn spel- en andere fouten.
Hier gaan we dan:
1. Het kruidenierswinkeltje van Marieke Net
Marieke zelf was niet van Scherpenheuvel. Haar man waarschijnlijk wel. Hij werkte aan de spoorwegen en vertrok en kwam thuis in een uniform met kepie. Ze hadden een dochter die Denise heette. Zij werd geboren rond 1940.
In dit winkeltje kon je voornamelijk snoepgoed etc. kopen.
2. De kruidenierswinkelt van Jo Kwak
Haar man heette Re. Hier kwam veel meer volk over de vloer omdat er een grotere variatie aan koopwaar was, zoals vlees, charcuterie, boeksharing, zeer lekkere zelfopgelegde haring en zefgemaakt ijs. Maar Jo Kwak had hoogstwaarschijnlijk een groot klantenbestand omdat ze de mensen de mogelijkheid gaf om op krediet te kopen. Ze had een boek waarin ze opschreef hoeveel haar klanten nog moesten betalen en rekende de schulden af aan het einde van de maand, wanneer iedereen zijn wedde getrokken had.
Jo stond achter haar toog in een zwarte voorschoot.
3. De winkel van Fons de Verver en Dora van ’t Chaske
Hier verkocht men verf en behangpapier. Fons was afkomstig van Diest en een zeer goede stielman. Dora was geboren en getogen in Scherpenheuvel. Zij hadden drie kinderen: Soi, Roza en Joséke.
4. Café ‘Bij Fik Campaign’
Deze café werd uitgebaat door Nathalie, de vrouw van Fik Campaign. Fik zelf had een job, maar ik ben er nog niet achter wat hij precies deed. Zij hadden drie kinderen: Lucienne (de moeder van Johan en Patrick Hoes), Jean en Juliette (die logischerwijze gekend is als Juliette van Fik Campaign).
5. Het huis van Tin van de Zwette van Wachtebeke en haar man, Nat Gommé
Nat was klein van gestalte en had een grote snor. Voor zover ik weet hadden Tin en Nat zeven kinderen.
Ze vierden hun gouden bruiloft in 1948 en dat werd op de gemeente opgeluisterd met grote festiviteiten. Alle kinderen maakten samen een week lang crêpepapieren bloemen en het hele plein werd versierd met slingers. Er werd een grote stoet georganiseerd. Iedereen was op zijn zondags en in de optocht werd de bruid gespeeld door Lowiske van Frans Kriekel, mijn grootmoeder, en de bruidegom door Remi Jacobs.
Het feest zelf ging ’s avonds door in een café op het plein en om van de gelegenheid gebruik te maken om eens stevig door te zakken, hadden de ouders hun kinderen zoveel mogelijk samengebracht in een paar huizen. Marianne van Lowiske, mijn moeder, en haar zussen en buurmeisjes sliepen die nacht met zes samen in één bed: drie aan de kop en drie aan de voet.
6. De kruidenierswinkel van Berta
Zij had twee dochters, Maria en Gabriëlle Tielens. Maria trouwde later met haar buurjongen, Albert (of Jos?) Gommé, de zoon van Nat en Tin van de Zwette van Wachtebeke. (Een van hun kinderen is Armandine de Coiffeuse.) In deze winkel kochten de mijnwerkers van de gemeente hun fles Hertekamt en hun tabak en sigarettenblaadjes.
7. Het huis van Lisa, de moeder van Lisetteke.
Over dit huis weet ik verder niets.
8. Het huis van Fien van Mathilleke en Remi Jacobs
Remi werkte in de lampisterie van de koolmijn, de plaats waar de lampen van de mijnwerkers werden onderhouden en bijgevuld. Fien en Remi kregen op de gemeente drie kinderen, Julia (1942), Sonja (1947) en Rosette (1951). Later kregen ze ook nog Hilaire (1956), maar toen woonden ze al op een andere plaats.
9. Het kapsalon van Orinne
In de voorkamer van haar huis baatte Orinne een kapsalon uit. Hier kon je een permanent laten zetten. Er hing een constante geur van verbrand haar in het salon, omdat het kapsel van de klanten min of meer verschroeid werd tijdens het krullen. Toch waren de meeste vrouwen van de gemeente vaste klant van Orinne.
Haar man heette Guerry en ze hadden op zijn minst één zoon, Edward (de grootvader van Carine en Hilde Guerry).
10. Het huis van Marieke Nep
Zij en haar man hadden twee kinderen. Everard en François, die toen hij klein was zijn eigen naam niet helemaal juist kon uitspreken en zo de bijnaam Fanfaike kreeg. Fanfaike werd geboren in 1943 en Everard was een stuk ouder.
11. Café ‘In de Congo’ en barbier (later winkel)
De barbier ging door het leven als War Congo en zijn dochter, Marie Congo, baatte de café uit. De man van Marie heette Geyskens. Op zondag gingen de mannen van de gemeente zich laten scheren en na de mis, indien ze gingen, kwamen ze hun dorst laven bij Marie Congo.
Ze hadden vier kinderen: Georgine (1941), Fons (1942), Georgette (1945), Marie-Jeanne en François.
12. Textielwinkel van Mein Pai
In deze winkel kon je onder andere sponsen handdoeken kopen, zakdoeken, ondergoed van Dulcia en solomiodekens. Ze verkochten goei waar.
Mein Pai was getrouwd met Tist. Ze hadden een dochter, Jeanne, die samen met haar moeder in de winkel stond. Ze hadden ook nog een ander kindje, maar dat was op jonge leeftijd gestorven.
Tot zover deze lijst. In de volgende aflevering zal ik de volgende tien huizen beschrijven. Graag had ik al commentaar of aanvullingen op deze inventaris. Merci en bedankt eh manne!
Lees ook: Kinderen van het Prattenborgplein (1)
_
Beginnen bij het begin lijkt mij de simpelste manier. Om een overzicht te maken van de inwoners van alle huizen op het Prattenborgplein in Scherpenheuvel tussen 1945 en 1950 zal ik beginnen met een korte beschrijving van de eerste twaalf huizen aan de zuidkant van het plein, van west naar oost.
Die informatie is natuurlijk verre van compleet. Het is dan ook maar een eerste aanzet. Maar op deze manier kan ik verifiëren of ik de juiste gezinnen in de juiste huizen heb geplaatst en de winkels en de café’s correct heb aangeduid. Ik ga de huizen gewoon nummeren van 1 tot 12. Natuurlijk komt dit niet overeen met de vroegere of huidige huisnummers. Het is enkel bedoeld om mij het leven gemakkelijk te maken.
Omdat bijnamen in die tijd nu eenmaal deel uitmaakten van het dagelijkse leven, zal ik ze ook rijkelijk gebruiken. Het zou zonde zijn om het niet te doen, omdat sommige van die namen intussen haast legendarische proporties hebben aangenomen in Scherpenheuvel. Hopelijk breng ik daarmee niemand in verlegenheid.
Er zijn al een aantal mensen die zich hebben aangemeld om te vertellen, waarvoor mijn oprechte dank. Ik zal hen zo snel mogelijk contacteren. O ja, nog even dit: wees aub niet te beroerd om mij te wijzen op mijn spel- en andere fouten.
Hier gaan we dan:
1. Het kruidenierswinkeltje van Marieke Net
Marieke zelf was niet van Scherpenheuvel. Haar man waarschijnlijk wel. Hij werkte aan de spoorwegen en vertrok en kwam thuis in een uniform met kepie. Ze hadden een dochter die Denise heette. Zij werd geboren rond 1940.
In dit winkeltje kon je voornamelijk snoepgoed etc. kopen.
2. De kruidenierswinkelt van Jo Kwak
Haar man heette Re. Hier kwam veel meer volk over de vloer omdat er een grotere variatie aan koopwaar was, zoals vlees, charcuterie, boeksharing, zeer lekkere zelfopgelegde haring en zefgemaakt ijs. Maar Jo Kwak had hoogstwaarschijnlijk een groot klantenbestand omdat ze de mensen de mogelijkheid gaf om op krediet te kopen. Ze had een boek waarin ze opschreef hoeveel haar klanten nog moesten betalen en rekende de schulden af aan het einde van de maand, wanneer iedereen zijn wedde getrokken had.
Jo stond achter haar toog in een zwarte voorschoot.
3. De winkel van Fons de Verver en Dora van ’t Chaske
Hier verkocht men verf en behangpapier. Fons was afkomstig van Diest en een zeer goede stielman. Dora was geboren en getogen in Scherpenheuvel. Zij hadden drie kinderen: Soi, Roza en Joséke.
4. Café ‘Bij Fik Campaign’
Deze café werd uitgebaat door Nathalie, de vrouw van Fik Campaign. Fik zelf had een job, maar ik ben er nog niet achter wat hij precies deed. Zij hadden drie kinderen: Lucienne (de moeder van Johan en Patrick Hoes), Jean en Juliette (die logischerwijze gekend is als Juliette van Fik Campaign).
5. Het huis van Tin van de Zwette van Wachtebeke en haar man, Nat Gommé
Nat was klein van gestalte en had een grote snor. Voor zover ik weet hadden Tin en Nat zeven kinderen.
Ze vierden hun gouden bruiloft in 1948 en dat werd op de gemeente opgeluisterd met grote festiviteiten. Alle kinderen maakten samen een week lang crêpepapieren bloemen en het hele plein werd versierd met slingers. Er werd een grote stoet georganiseerd. Iedereen was op zijn zondags en in de optocht werd de bruid gespeeld door Lowiske van Frans Kriekel, mijn grootmoeder, en de bruidegom door Remi Jacobs.
Het feest zelf ging ’s avonds door in een café op het plein en om van de gelegenheid gebruik te maken om eens stevig door te zakken, hadden de ouders hun kinderen zoveel mogelijk samengebracht in een paar huizen. Marianne van Lowiske, mijn moeder, en haar zussen en buurmeisjes sliepen die nacht met zes samen in één bed: drie aan de kop en drie aan de voet.
6. De kruidenierswinkel van Berta
Zij had twee dochters, Maria en Gabriëlle Tielens. Maria trouwde later met haar buurjongen, Albert (of Jos?) Gommé, de zoon van Nat en Tin van de Zwette van Wachtebeke. (Een van hun kinderen is Armandine de Coiffeuse.) In deze winkel kochten de mijnwerkers van de gemeente hun fles Hertekamt en hun tabak en sigarettenblaadjes.
7. Het huis van Lisa, de moeder van Lisetteke.
Over dit huis weet ik verder niets.
8. Het huis van Fien van Mathilleke en Remi Jacobs
Remi werkte in de lampisterie van de koolmijn, de plaats waar de lampen van de mijnwerkers werden onderhouden en bijgevuld. Fien en Remi kregen op de gemeente drie kinderen, Julia (1942), Sonja (1947) en Rosette (1951). Later kregen ze ook nog Hilaire (1956), maar toen woonden ze al op een andere plaats.
9. Het kapsalon van Orinne
In de voorkamer van haar huis baatte Orinne een kapsalon uit. Hier kon je een permanent laten zetten. Er hing een constante geur van verbrand haar in het salon, omdat het kapsel van de klanten min of meer verschroeid werd tijdens het krullen. Toch waren de meeste vrouwen van de gemeente vaste klant van Orinne.
Haar man heette Guerry en ze hadden op zijn minst één zoon, Edward (de grootvader van Carine en Hilde Guerry).
10. Het huis van Marieke Nep
Zij en haar man hadden twee kinderen. Everard en François, die toen hij klein was zijn eigen naam niet helemaal juist kon uitspreken en zo de bijnaam Fanfaike kreeg. Fanfaike werd geboren in 1943 en Everard was een stuk ouder.
11. Café ‘In de Congo’ en barbier (later winkel)
De barbier ging door het leven als War Congo en zijn dochter, Marie Congo, baatte de café uit. De man van Marie heette Geyskens. Op zondag gingen de mannen van de gemeente zich laten scheren en na de mis, indien ze gingen, kwamen ze hun dorst laven bij Marie Congo.
Ze hadden vier kinderen: Georgine (1941), Fons (1942), Georgette (1945), Marie-Jeanne en François.
12. Textielwinkel van Mein Pai
In deze winkel kon je onder andere sponsen handdoeken kopen, zakdoeken, ondergoed van Dulcia en solomiodekens. Ze verkochten goei waar.
Mein Pai was getrouwd met Tist. Ze hadden een dochter, Jeanne, die samen met haar moeder in de winkel stond. Ze hadden ook nog een ander kindje, maar dat was op jonge leeftijd gestorven.
Tot zover deze lijst. In de volgende aflevering zal ik de volgende tien huizen beschrijven. Graag had ik al commentaar of aanvullingen op deze inventaris. Merci en bedankt eh manne!
Lees ook: Kinderen van het Prattenborgplein (1)
_
Prachtig werk, een nieuwe Ernest(in) Claes is opgestaan.
BeantwoordenVerwijderenMarieke Net (Maria Bertina Lemmens) was wel degelijk van Scherpenheuvel.
BeantwoordenVerwijderenMeester Lemmens (toch al van gehoord) was haar kozijn en vader van de vroegere burgemeester Jef Lemmens.
Haar man Denis Van Kerkhoven is in 1943 overleden, de man die bij de spoorwegen werkte was hun zoon François, broer van Denise. Denise is trouwens geboren in 1938. François heeft nooit een kepie gedragen om naar zijn werk te gaan. Er was nog een dochter, Victorine. Die is in 1946 getrouwd met ene uit Sint-Katelijne Waver en naar daar verhuisd begin jaren ’50.
Ikzelf ben in 1950 geboren in het huis Prattenborgplaats 59. Het huis op de hoek, het snoepwinkeltje !
anne everaert