Posts

Omaha Beach - een schrijfoefening

Afbeelding
Op het strand in Normandië veeg ik met pen en papier de geschiedenis uit. Met mijn woorden zuiver ik de lucht van angstkreten, het water van bloed en het zand van gebroken lichamen. De zon schijnt, en alles is nieuw en maagdelijk schoon. Mijn twee jongste kinderen spelen in de branding. De twee oudste zitten binnen handbereik. Ze lezen. * Aan het graf van sergeant Jay Pilgrim ruk ik het witte marmeren kruis uit de grond en graaf. Ik graaf tot mijn gescheurde handen beenderen vinden, die ik voorzichtig op het gras leg en in ere herstel. Ik verlang met bonzend hart het levende vlees van Jay weer aan zijn lijf, tot hij zijn ogen opent. Hij glimlacht, en ik knik begrijpend. Hij wil niet blijven. Met een lichte beweging van mijn hand geef ik hem terug aan de toekomst die hij 67 jaar geleden offerde aan de menselijke dwaasheid. * Op het strand in Normandië wandel ik naast een oude man. 'Was het een goed leven?' vraag ik. Ik kijk naar hem en zie het antwoord op zijn gezicht...

Brand - een vertelseltje

‘Meneer pastoor, meneer pastoor, de houten kaarsenkapel staat in brand!’ De gealarmeerde stem van de koster luidde als een klok. Hij stond aan de voordeur van de pastorie in de Rozenkranslaan en bonkte met beide vuisten op de deur. Meneer pastoor zat aan de keukentafel uit te blazen na een drukke zondag. De derde al van deze meimaand. Mooi weer en veel bedevaarten. Niet alleen de terrassen zaten vol, ook de stoelen in de basiliek waren rijkelijk gevuld geweest met mensen. Vanuit de woonkamer waaide Beau Soir van Debussy de keuken binnen. Want soms viel alles gewoon in de plooi. ‘Meneer pastoor, een ramp! Ge moet nu direct meekomen,’ klonk het aan de deur, en puur van ’t verschieten liet meneer pastoor zijn boterham uit zijn handen vallen. De snee volkorenbrood, dik gesmeerd met boter, en belegd met een schel parmahesp van bij de beenhouwer in de Basilieklaan, sleurde in volle vlucht zijn kop koffie mee. Het porselein ratelde, en het oor van de kop brak af zonder aarzelen. De hete koffi...

Bang van de boze wolf?

Het stond in de krant: op 13 april wordt België schaamteloos gepenetreerd door de nieuwste Hollywoodrage, het erotische, gewelddadige sprookje. Eerste film in de reeks is Red Riding Hood , een versie van het verhaal waar de wolf een moordlustige man blijkt te zijn, met de nadruk op lust. Roodkapje, onschuldig wicht, loopt met open ogen in de verleidelijke val van de sluwe wolf. De rest kennen we. Conservatief Amerika steigert. Europa heeft gelukkig (voorlopig nog) minder die neiging, maar het artikel over de komst van deze film stond toch zo maar even bovenaan De Standaard Online, om maar één krant te noemen. Regisseur Catherine Hardwick, van o.a. de Twilightfilms, weet precies wat ze doet. Ze mikt met deze uitdagende versie van de aloude vertelsels op het brede publiek van tienermeisjes, dat uitgekeken is op vampiers en zich benadeeld voelt tussen al dat stoere geweld van de actiefilms voor jongens. Onze eigenste Louis Paul Boon zaliger was Hardwick natuurlijk een vijftal decennia voo...

Drie Walebeesten

Afgelopen zondag zou er een debat plaatsvinden tussen Tom Naegels en Joris Tulkens. Maar ook al zaten beide auteurs zij aan zij op het podium van het Begijnhoftheater in Diest, van debatteren was er helaas geen sprake. Daar zorgde Radio 2-coryfee Leen Paredis voor, die de vragen stelde. Bedoeling was de twee heren in elkaars richting te duwen, maar helaas stond ze eerder als een muur tussen hen in, het gezicht vooral naar de jongere auteur gekeerd. Jammer voor het publiek. Wanneer je twee denkers bijeen brengt, hoop je toch op een scherpe gedachtenwisseling, in plaats van twee monologen. Naegels en Tulkens hebben elk hun eigen stijl en interesses, maar ze hebben ook een uitgesproken raakvlak: de multiculturele samenleving. Volgens de ene schrijver is zij springlevend, volgens de andere op sterven na dood. Naegels benadert en aanvaardt de complexe wereld waarin hij leeft, genaamd Berchem, vanuit de biologische reflexen die hem, en alle mensen in deze wereld, sturen. 'Je kan niet ver...

Oosterscheldekering

_ Er hebben zich de laatste dagen zinnen in mijn hoofd geschreven. Die zinnen spinnen een verhaaltje over twee broers. Een grote en een kleine. Ontsprongen uit mijn schoot, met een gemoedelijke tussenpose van een jaar of tien. Ze zitten samen op het Zeeuwse strand. Achter hen schilderen de golven en de blauwe lucht een tafereel van kristalheldere zuinigheid. Trage windmolens getuigen plechtig. De Oosterscheldekering trekt een loodrechte streep door het landschap. Van het alles verterende water, de ongenaakbare woede van de zee herinneren de meeuwen en de duinen zich al lang niets meer. Nochtans brachten minder fortuinlijke kinderen hier minder dan een mensenleven geleden offers die kinderen niet horen te brengen. De ijskoude stormvloed rukt al zevenenveertig jaar lang de wonden van Zeeland open. Een dam laat zich niet bouwen in het hart. De grote broer kijkt naar de kleine. Samen graven ze in het zand. Groot graaft achteruit, naar de jongen die hij wil blijven. Klein graaft vooruit, na...

In de ban van Nestzaliger

_ Het is al 125 jaar geleden dat Ernest Claes het levenslicht zag. Dat gebeurde op een steenworp van waar ik woon. Twee dagen geleden heb ik nog eens aan zijn graf gestaan. Eigenaardig hoe we aan een grafsteen een spoor van de vergane mens hopen te vinden, een aanknopingspunt. Terwijl we daar eigenlijk nooit veel meer tegenkomen dan wat letters op een koude steen. In het beste geval misschien een verbleekte foto. Nest is al bijna 42 jaar Nestzaliger. Een gelukzalige toestand waarin hij zich tot in de eeuwen der eeuwen mag bevinden. Getuige daarvan is een zwart graf tegen de muur van de abdijkerk van Averbode. Deus est amor , staat erop, terwijl je van een man als Claes toch iets eloquenters verwacht. Maar die drie woorden getuigen van een eenvoud die zijn dorpsgenoten al lang niet meer in hem terugvonden. Onterecht. Ze verweten hem van alles en nog wat, terwijl hij in feite zijn heimat nooit heeft verlaten. Maar dat wilde ik eigenlijk niet zeggen. Ik wilde zeggen dat ik voorgoed mijn h...

Kinderen opvoeden is gevaarlijk

_ Het staat in De Standaard Online vandaag. Kinderen opvoeden is gevaarlijk. Gevaarlijk voor de kinderen, weliswaar, of dat zou het volgens de Amerikaanse auteurs van het boek Fifty Dangerous Things (You Should Let Your Children Do) toch moeten zijn. Laat ze experimenteren, laat ze hun grenzen aftasten. Het is maar door te proberen en te falen dat ze de grotemensenwereld leren inschatten. Dit is een boek, je had het misschien al begrepen, voor overbeschermende ouders. Wij geven onze kinderen niet meer de gelegenheid om in alle vrijheid gevaarlijke dingen te doen. De Witte van Zichem mocht nog in zijn blootje in de Demer springen. Nu laten ouders dat niet meer toe. Ten onrechte, aldus dit boek. Een greep uit de vijftig tips. Dit zijn, volgens de onderzoekers, de dingen waartoe we onze kinderen moeten aanmoedigen om betere volwassenen te worden: met stenen gooien, een auto besturen, op straat slapen, een speer smijten, allerlei dingen in de microgolf opblazen, spullen uit het raam van d...