Posts

Posts uit 2009 tonen

Luchtdruk - een schrijfoefening

_ Uren staren we in de lucht, luisterend naar het geluid van de vliegtuigmotoren, wolken onder de vleugels, daarboven ijle lucht, nog hoger gewichtloze duisternis, nevelslierten. De zon lijkt in de diepte onder te gaan, een tunnel vol geruis, stemmen op de achtergrond. We vergeten dat we vliegen, de voeten op de bodem, we leven in het heden. Een vliegtuigje in de diepte, zwevend in dezelfde gewichtloosheid. We zijn open en alert. Niets is ooit verdwenen. Misschien zijn er mensen of dingen zoek geraakt, maar niets is ooit verdwenen. We moeten een beweeglijkheid ontwikkelen om de dingen aan te raken, dwars door pixels en ether, dwars door de tijd. Een stad strekt zich onder ons uit, honderdduizenden lichtjes, een glanzend tapijt, daarbinnen een veelvoud aan mogelijkheden, ontmoetingen, weerkaatsingen. We denken ergens tussen al die lichtjes troost te vinden, de juiste keuze. Twee mannen. De ene niet genoeg, de andere te veel. Eerst jarenlang de eerste. Hij streelt en kust en speelt Duke

Consolatrix afflictorum

_ Vandaag ben ik nog eens in de basiliek geweest. Ik kom daar niet vaak. Niet omdat ze ver weg is of omdat ik er niet graag naar binnen ga, ik heb op een doordeweekse dag geen reden om er te komen. In feite heb je geen reden nodig en toch loop ik nooit zonder aanleiding de kerk van Scherpenheuvel binnen. In pakweg Firenze of Bayeux doe ik dat wel, maar niet in Scherpenheuvel. Tenzij er iemand uit Mol of Smetlede op bezoek is en ik wil opscheppen: ‘Kijk eens hoe mooi en groot de mijne is, die van jou kan hiermee niet vergelijken.’ Ik heb, in alle eerlijkheid, de kerken van Mol of Smetlede nog nooit gezien. Mijn nichtje werd vandaag gevormd. Ik was, samen met mijn eigen kinderen, getuige van een ritueel dat ik zelf eenendertig jaar geleden onderging. Zonder veel erg, geef ik met opluchting toe. Tot mijn verbazing schoot mijn gemoed vol toen ik Marieke zag knielen voor de vormheer, zoals de gezant van kardinaal Daneels zich laat aanspreken. De goede kardinaal zelf kon niet in hoogst eigen

Kinderen van het Prattenborgplein (3)

_ Vandaag zal ik gewoon verdergaan met de beschrijving van de huizen waarmee ik in de vorige tekst begonnen was. Het gaat nog steeds over de zuidkant van de gemeente. Met de hulp van een paar mensen heb ik aan die lijst een paar dingen toegevoegd en hier en daar een detail veranderd. Je ziet dat het systeem stilaan in voegen valt. Toch zitten er nog steeds joekels van gaten in de informatie. 13. Het huis van Karlien Veel weet ik nog niet over dit huis. Behalve dat Karlien een donkere huid had ( gebazaneerd was het woord dat mijn moeder gebruikte). Ze had een dochter, Emma, en nog twee of drie andere kinderen. 14. Het huis van Musse Hendrickx Dit was misschien wel het grootste huis op de gemeente. Een mooi huis met ramen in loodglas. Langs de grote poort aan de voorkant reed Musse naar binnen met zijn kamion, want achteraan stond een hangaar. Musse reed transport. Hij had twee dochters: Yvette en Leontine, die in het buitenland gaan wonen is. Misschien was er ook nog een oudere zoon. 15

Kinderen van het Prattenborgplein (2)

_ Beginnen bij het begin lijkt mij de simpelste manier. Om een overzicht te maken van de inwoners van alle huizen op het Prattenborgplein in Scherpenheuvel tussen 1945 en 1950 zal ik beginnen met een korte beschrijving van de eerste twaalf huizen aan de zuidkant van het plein, van west naar oost. Die informatie is natuurlijk verre van compleet. Het is dan ook maar een eerste aanzet. Maar op deze manier kan ik verifiëren of ik de juiste gezinnen in de juiste huizen heb geplaatst en de winkels en de café’s correct heb aangeduid. Ik ga de huizen gewoon nummeren van 1 tot 12. Natuurlijk komt dit niet overeen met de vroegere of huidige huisnummers. Het is enkel bedoeld om mij het leven gemakkelijk te maken. Omdat bijnamen in die tijd nu eenmaal deel uitmaakten van het dagelijkse leven, zal ik ze ook rijkelijk gebruiken. Het zou zonde zijn om het niet te doen, omdat sommige van die namen intussen haast legendarische proporties hebben aangenomen in Scherpenheuvel. Hopelijk breng ik daarmee ni

Kinderen van het Prattenborgplein (1)

_ Gisteren had ik het eerste gesprek ter voorbereiding van mijn verhalen over het Prattenborgplein in Scherpenheuvel. Het is de bedoeling om een periode uit de geschiedenis van mijn dorp te beschrijven aan de hand van de getuigenissen van de mensen die daar woonden tussen 1945 en 1950, zo ongeveer. Waarom precies die tijdspanne? Mijn moeder woonde daar, met haar ouders en twee zussen, en heeft kleurrijke herinneringen aan haar kindertijd. Tien dagen geleden, toen ik op een ochtend bij haar op bezoek was, vroeg ik haar om het huis te beschrijven waar zij woonde. Wat volgde was een verhaal van anderhalf uur waaruit ik de conclusie trok dat het hoog tijd is om dat allemaal eens op te schrijven. Om de mensen die nu dood zijn terug tot leven te wekken, al was het maar voor even, en de kinderen, die nu tot de oudere generatie van Scherpenheuvel behoren, opnieuw te laten ravotten en spelen op de kasseien van de straat. Het Prattenborgplein bestaat al sinds mensenheugenis. Wanneer je op de kaa

Aspelare

Afbeelding
_ Het was een maandagnamiddag in september toen mijn vader mij kwam halen om naar Aspelare te rijden. We hadden er een halve dag voor uitgetrokken en mijn zus, die ook mee ging, had zelfs verlof genomen. De rit zou twee uur duren, zei hij, maar onderweg bleek al snel dat we een half uur te vroeg op onze afspraak zouden arriveren. Aspelare ligt in Oost-Vlaanderen, dichter bij Ninove dan bij Zottegem. Ik was er nog nooit geweest. Mijn vader wel en dat was precies de reden waarom we er naartoe gingen. Om herinneringen op te halen, in de hoop daarmee de cirkel van zijn leven wat ronder te maken. In september 1945, vlak na de oorlog, was mijn vader, Walter, tien jaar oud. Hij was de oudste van vier kinderen en woonde samen met zijn hoogzwangere moeder, broer en zus in bij zijn grootouders. Zijn moeder was afkomstig van Wondelgem, bij Gent, maar was na haar huwelijk in Berchem komen wonen. Ze wilde terug naar haar geboortedorp en trok, samen met haar kinderen, in bij haar oom en zijn gezin.

Onthaalmoeder van de strakke lijn

_ Een onthaalmoeder die het nazistische gedachtengoed propageert. Ik dacht dat we in België al veel gezien hadden, maar dit slaat echt nergens op. Voor de ouders van ‘haar’ kindjes is dit bijzonder slecht nieuws. Niet in het minst omdat zij nu best op zoek gaan naar andere opvang. Begin er maar eens aan. Als Hoboken op dat vlak te vergelijken is met Scherpenheuvel-Zichem zijn de kinderen nog niet meteen onder dak. Reden misschien waarom sommige ouders geen andere keuze hadden en deze vrouw uitkozen om op hun kroost te passen. Tenzij er nog steeds mensen zijn die niet weten wat het betekent wanneer iemand een portret van Hitler in zijn woonkamer hangt. En de levensechte, knalgele vlag van het VMO dan? Misschien zien ze die wel hangen, maar weten ze niet wat de Vlaams Nationalistische Orde precies was, een paramilitaire actiegroep die door middel van rellen, herrieschoppen en zelfs geweldplegingen het extreemrechtste gedachtengoed uitdroeg naar de burgers. Dat er bij tijd en wijlen een m

De man in de gouden doodskist

_ Het afscheid van Michael Jackson werd een onovertroffen triomf: het grootste media-event ooit zowel op artistiek, zedelijk als menselijk vlak. Misschien was 7 juli 2009 wel het begin van een nieuw tijdperk, een nieuwe cultus. Er werd namelijk het portret geschilderd van een man die zijn eigen kitch oversteeg, die alle rassen samenbracht, die de held bleek te zijn van de zwarte bevrijdingsbeweging en die ondanks de wrede verhalen uit zijn kindertijd voortkwam uit een welhaast heilige familie. De eerste zevenentwintig jaar van zijn leven klom Michael Jackson naar de absolute top van de showbusiness om vervolgens drieëntwintig jaar lang te proberen met dat verpletterende feit te leven. Hij was een vat van tegenstrijdigheden. Enerzijds kloeg hij openlijk over zijn verloren kindertijd, stelde hij zich vragen rond de hardhandige manier waarop zijn vader hem tijdens zijn jeugd onder nooit aflatende druk zette en was hij er zelfs jarenlang mee bezig zijn genetische verwantschap met de man u

Het kapsel van Wilders

_ Mensen die voor eeuwig en altijd vasthouden aan hetzelfde kapsel, zelfs tegen de wetten van de natuur in, daar schort iets aan. Neem nu Geert Wilders. Een man van vijfenveertig jaar die zijn haar tot stro blondeert om het vervolgens op pijnlijk abnormale wijze achterover te kammen en met haarlak vast te spuiten. Zeg nu zelf, dat klopt toch niet. Een karikatuur worden van jezelf. Politici zijn er niet vreemd aan. En vaak heeft het met haar te maken. Het ravenzwarte kapsel van Elio Di Rupo, de bles van Guy Verhofstad, de brilliantine van Willy Claes, de baard van Herman De Croo, de kale kop van Pim Fortuyn, de blonde lokken van Marie-Rose Morel. Waarom de grote nood aan een harig trademark ? Omdat die mensen geen inhoud hebben? Dat klopt zeker voor sommigen, maar niet voor iedereen. Heeft De Croo nooit gedacht: ‘Vandaag scheer ik hem af?’ Ongetwijfeld wel. Maar is hij dan nog Herman De Croo? Wilders heeft wegens gebrek aan inhoud een personage gecreëerd dat gemakkelijk te herkennen is

Cynisme volgens Rik Torfs

_ In zijn column voor deredactie.be schreef Rik Torfs vorige week iets dat me niet loslaat. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat hij me uit mijn slaap houdt. Ik neem zijn woorden hier letterlijk over: "Vooral cynisme is een fascinerend fenomeen. Het lijkt een superieur wapen. De cynicus heeft genoeg aan een giftig zinnetje en een lage stem om iemand binnen de kortste keren in de grond te boren. De cynische oneliner wekt de schijn dat hij die hem uitspreekt over een superieur verstand beschikt. Dat is een vergissing. Achter de oneliner van de cynicus schuilt niet zozeer zijn kracht dan wel zijn beperking. Sommigen moeten het met een oneliner stellen omdat ze de tweede lijn niet zinvol krijgen gevuld. Vele mensen hebben geluk dat zij, onder meer in de media, de kans niet krijgen om hun betoog af te maken zonder dat zij worden onderbroken, want dan pas zou blijken hoe weinig ze te zeggen hebben. Cynici genieten in onze samenleving een al te gunstige pers. Jammer. Ze zijn

De sterren van de hemel - een vertelseltje

_ ‘Godverdoeme, zijde zot? Daar klim ik niet op.’ Louis stond met zijn zatte kloten onderaan de stellingen rond de basiliek van Scherpenheuvel en zijn beste maat Jaak lachtte hem uit. ‘Ge zijt ne zeveraar, Louis. Aan den toog grote praat, maar als ’t er op aan komt, durfde niks.’ Jaak had gelijk natuurlijk. Louis had hoogtevrees, maar dat wist niemand. Zijn legerdienst bij de para’s gedaan en voor elke sprong water en bloed gezweet. En maar weesgegroetjes bidden voor ons liefvrouwke. Toch was dat nog gemakkelijk in vergelijking met de stommiteit die hij nu wilde begaan. Wanneer je in de deur van een C130 staat, heb je nauwelijks besef van hoogte. Bovendien sta je in het oorverdovende gebrul van de motoren en het zuigende geraas van de wind. Het enige wat je moet doen is één stap voorwaards zetten. Op een stoel kruipen in de keuken om een nieuwe gloeilamp in te draaien is veel moeilijker. Zeker als ons Irma staat instructies te geven, dacht Louis. Twee linkerhanden hebde, Lewie Vranke.

Dagboek van een oorlog (16)

_ Donderdag 10 april 2003 Iedereen zette zich schrap voor de slag om Bagdad en hij is er niet gekomen. Toen mijn oudste kinderen gisteren van de bus stapten, kondigden ze met enthousiasme aan dat de oorlog voorbij was. ‘ The war is over, the war is over! ’ had een juf geroepen terwijl ze vreugdevol door de gangen danste. Later op de middag heb ik de beelden gezien van de ‘bevrijding’ van Bagdad. Samen met het personeel van Burger King, het fastfoodrestaurant waar ik met de kinderen zat te eten. We stonden met een twintigtal mensen rond het tv-scherm. Op CNN lieten ze de fameuze scène zien van de Amerikaanse mariniers die op het Fardousplein in het midden van de stad een menigte woedende Irakezen bijstond bij het neerhalen van het reuzestandbeeld van Saddam. De verontwaardiging was groot bij iedereen rond het tv-scherm toen een marinier de Amerikaanse vlag op Saddams gezicht plakte. ‘ In your face, asshole! ’ Toen het standbeeld dan eindelijk met een knal op de grond viel, bego

Dagboek van een oorlog (15)

_ Zondag 6 april 2003 De Belgische ambassadeur heeft afgelopen vrijdag al zijn landgenoten uitgenodigd. We waren met een dertigtal. Ik had een extra gast meegenomen: Hubert De Maere d'Aertrycke, de man die aan het hoofd staat van Caritas Internationaal Hulpbetoon België. Hubert is een vriend van mijn vader en sinds woensdag in het land in de hoop een hulpproject op poten te zetten. Een taak die niet zo voor de hand ligt als je wel zou denken. Niet alle Belgen die in Jordanië wonen waren aanwezig. Onder normale omstandigheden zijn dat er éénenzestig. Belgen van allerlei makelij. Een aantal zijn genaturaliseerd, dus niet Belg van geboorte. Een tiental zijn echtgenotes van Jordaniërs of Palestijnen. Een deel zijn kinderen. Twee zijn nonnen, Kleine Zusters van Nazareth (Nazareth Oost-Vlaanderen, niet Palestina). Drie zijn diplomaten van de ambassade, samen met hun vrouwen. En de rest zijn een handjevol mensen die voor hulporganisaties en NGO’s werken. Twee daarvan staan in deze regio

Mukamana (2)

_ Op 23 februari vertelde ik het verhaal van Mukamana, een meisje uit Rwanda dat van een gewisse dood gered werd door o.a. mijn vader en later geadopteerd werd door Michael Bierlmeier en zijn familie in Duitsland. Vandaag kreeg ik tot mijn grote spijt het verschrikkelijke bericht dat Michael plots gestroven is. Je kan de boodschap ook lezen op de website van Kinder Brauchen Frieden , de hulporganisatie die hij oprichtte om kinderen te helpen die het slachtoffer zijn van oorlog. De reden voor zijn onverwachte overlijden ken ik niet en staat ook niet op de site. Het zou natuurlijk gemakkelijk zijn om op een moment als dit in clichés te hervallen. Waarom hij? Een man die zoveel goede dingen heeft gedaan in zijn leven en die nog zoveel zou kunnen betekenen voor de wereld, in de eerste plaats dan voor zijn eigen gezin. De dood van Michael Bierlmeier is een tragisch verlies. Meer kan ik er in mijn verdriet niet over zeggen. Begrijpen kan je zoiets toch niet. Lees ook: Mukamana (1) _

Dagboek van een oorlog (14)

_ Woensdag 2 april 2003 Gisteren stond er een aandoenlijk verhaal in de krant dat aansluit bij iets dat ik eerder in dit dagboek schreef. Van de vierhonderdduizend Irakese vluchtelingen in Jordanië zijn er sinds het begin van de oorlog al zesduizend zevenhonderd teruggekeerd naar Irak. Het artikel brengt het relaas van de zevenentwintigjarige Ghanem Rahim die zijn reden geeft voor zijn beslissing om terug te keren naar zijn geboortestad Basra. Hij wil namelijk zijn elf broers en zussen niet alleen laten in hun strijd tegen de Engels-Amerikaanse invasie. Ghanem sluit zich aan bij duizenden andere Irakezen die besloten hebben om naar hun land terug te keren om actief weerstand te bieden. ‘Ik wil niet toekijken terwijl mijn land uit mekaar wordt gerukt,’ zegt Ghanem. ‘We moeten onze eer redden, onze waardigheid en ons land.’ Om in Irak te geraken, moet er veel geld betaald worden. Busmaatschappijen willen hun bussen en het leven van hun chauffeurs niet riskeren. Alleen een beperkt aantal

Dagboek van een oorlog (13)

Afbeelding
_ Zondag 30 maart 2003 Op de derde pagina van de Jordan Times verschijnt elke dag het Home News . In de linkerkolom staan er een lijstje van de hoogtepunten. Vandaag zijn het er vijf. Twee hebben met Irak te maken. Het eerste draagt als titel: Iraqi nationals here can channel donations through embassy . De Iraakse ambassade in Amman heeft sinds zaterdag zijn deuren geopend om Iraakse burgers in Jordanië de kans te geven geld te doneren. Volgens de officiële verklaring aanvaardt de ambassade alle financiële en andere giften om het Irakeese volk te steunen in hun volharding tijdens deze tijd van oorlog en onaflatende internationale sancties. Een week geleden reed ik nog voorbij de Iraakse ambassade. Het gebouw is omringd door een hoge muur met kantelen en een kanjer van een vergulde poort. De muur is versierd met lichtblauwe tegels en versieringen. Deze ambassade ligt in een deel van de stad waar ik zelden kom, maar morgen zal ik eens de inspanning doen om tot daar te rijden in een taxi.

Dagboek van een oorlog (12)

Afbeelding
_ Zaterdag 29 maart 2003 Op donderdag kreeg ik een email van mijn moeder met als onderwerp: Amai! Ze vertelt over een reportage op Nederland 1 over Iraakse vluchtelingen die al jaar en dag proberen te overleven in Jordanië. Ik zie hen alle dagen, de vrouwen in zwart. Ze zitten op de stoepen voor de winkels in Sweifiyeh sigaretten of snoepjes te verkopen. Het zijn stuk voor stuk Irakese oorlogsweduwen, die zonder enige vorm van inkomen of steun van de Jordaanse overheid tot bedelen gereduceerd zijn. Er zijn naar schatting vierhonderduizend Irakese vluchtelingen in Jordanië. De grootste influx werd veroorzaakt door de eerste Golfoorlog. Sinds die tijd zijn er nog steeds dagelijks Irakezen die de grens oversteken om het regime van Saddam te ontvluchten. Mijn moeder zei dat er in de reportage gepraat werd over Yousef Hashweh. Hij is een reverend en dokter van de CAMA-kerk en leidt een project dat gratis medische verzorging biedt aan deze Irakese mensen, maar ook aan arme Jordaanse familie

Dagboek van een oorlog (11)

_ Donderdag 27 maart 2003 Het is kwart na middernacht. Ik lag al in mijn bed toen ik terug moest opstaan om dit op te schrijven: in het Westen zijn er mensen die beweren dat het nauwelijks een oorlog kan genoemd worden, wat er gaande is in Irak, omdat er bijna geen sprake is van slachtoffers. Op een discussieforum las ik: ‘Het klinkt natuurlijk cynisch maar het aantal slachtoffers valt nog enorm mee als je kijkt naar de enorme inzet van het wapentuig.’ Cynisch vind ik eerder deze uitspraak. Hier is wat ik erover denk. Ten eerste is het helemaal in het Anglo-Amerikaanse belang dat er in alle stilte wordt gezwegen over hoeveel doden er in Irak al gevallen zijn. Je kan mij niet vertellen dat wanneer er al meer dan duizend raketten zijn afgevuurd dat daar geen slachtoffers bij vallen. Komaan. Hoe accuraat die bommen ook mogen zijn, ze hebben al honderden en honderden slachtoffers gemaakt. Die raketten landen niet in de woestijn. Surf maar eens naar een website dat een stadsplan van Baghdad

Dagboek van een oorlog (10)

Afbeelding
_ Woensdag 26 maart 2003 Vandaag heb ik foto’s gezien van mijn zee van bloemen. Een van de twee vrienden met wie ik tien dagen geleden op die mooie heuvel heb gezeten, ging eergisteren terug en maakte drie prachtige foto’s. Hij wou de herinnering vastleggen vooraleer de bloemen in de boomgaard verdwijnen. Het resultaat is adembenemend. Gisteren is het in de loop van de namiddag weer beginnen sneeuwen. In de tijdsspanne van een uur waren alle wegen dichtgesneeuwd. En dat op het einde van maart. Ik heb het hier nog nooit meegemaakt. Toen ik vanochtend de rolluiken optrok, zag ik de straat niet eens. De hele stad was bedekt met een melkwitte, dichte mist. De schoolbus kwam pas om negen uur opdagen, twee uur later dan normaal, en ik had een beklemmend gevoel toen mijn oudste kinderen opstapten. Alsof ik hen nooit meer zou terugzien. Ze zijn intussen weer veilig thuis. Vanmiddag ging ik op bezoek in The Humane Center for Animal Welfare , de enige fatsoenlijke dierenwelzijnsorganis

Dagboek van een oorlog (9)

_ Maandag 24 maart 2003 Gisteren was ik diep geschokt door de beelden van een Amerikaanse soldaat die door Iraakse militairen voor de camera’s werd opgevoerd. Hij staarde verward heen en weer, alsof hij onder de invloed was van drugs. De angst was duidelijk van zijn gezicht af te lezen. Omwille van die beelden heb ik vandaag geen tv gekeken. Struisvogelstrategie. Het gaf me echter wel de tijd om wat gesprekken te voeren met mensen. De meningen lopen ver uiteen, maar toch zijn er hier en daar een aantal overeenkomsten. ‘We kunnen niet te lang in zoveel spanning leven,’ zegt de ene. ‘We vinden dat de bevolking van Irak niet nog eens een aanslepende oorlog hoeft te ondergaan,’ zegt de andere. ‘Dat ze dus maar snel ‘bevrijd’ mogen worden.’ Veel mensen trekken zich hier bijna het haar uit hun hoofd bij de gedachte dat de Amerikaanse soldaten verwacht hadden om Basra binnen te wandelen en daar begroet te worden door een juichende menigte opgeluchte inwoners. 'Hebben die Amerikan

Dagboek van een oorlog (8)

_ Vrijdag 21 maart 2003 Vandaag is de eerste dag van de lente. Stel je voor. Ik zit vanavond weer naar tv te kijken, ook al heb ik de hele dag bijna niets anders gedaan. Het ‘vuurwerk’ in Bagdad gaat zo meteen herbeginnen na een staakt-het-vuren van een uur. Ik heb er stilaan genoeg van. De hele avond al breng ik door met het heen- en weerzappen tussen BBC World, Jordan Television en de Iraakse televisie. In Irak zag ik eerst het einde van een praatprogramma tussen drie mannen in legeruniform. Daarna verscheen er een gepassioneerde zanger die plechtstatig een lied zong ter grotere glorie van zijn president. Als je hem moet geloven is Saddam Hussein niet veel minder dan God de Vader zelve. Dan maar weer BBC World kijken. (CNN kan ik niet ontvangen.) Daar wordt net gezegd dat er vandaag demonstraties waren in Amman. Ik denk aan mijn moeder. Haar ontgaat geen woord van de berichtgeving. Maakt ze zich niet te ongerust? Natuurlijk wel, hoe kan het anders. Even later belt ze om te vragen hoe

Dagboek van een oorlog (7)

_ Donderdag 20 maart 2003 De aanvallen zijn begonnen. Toen ik om vijf uur vanochtend opstond om de verwarming aan te zetten, kon ik niet aan de verleiding weerstaan om even naar BBC World te kijken. Ari Fleischer, de woordvoerder van het Witte Huis, was net klaar met een statement . Terwijl de commentator nog even samenvatte wat Fleischer had verteld, schakelde het beeld al over naar George Bush, die zich opmaakte om zelf het woord te nemen. Een kapster was ijverig in de weer om zijn haar met kam en spuitbus te cementeren. Bush maakte ondertussen een grapje met de mensen van de cameraploeg en het geluid. Terwijl ik zat te kijken, moest ik plots denken aan neuroloog Oliver Sacks. In zijn boek The Man Who Mistook his Wife for a Hat beschreef hij een incident in een psychiatrisch ziekenhuis waar hij werkte. Op een dag ontstond er grote opschudding in de gemeenschappelijk televisiekamer. Een aantal patiënten keken samen tv en waren in een hysterische lachbui uitgebroken. Toen Sacks en

Dagboek van een oorlog (6)

_ Dinsdag 18 maart 2003 Vandaag is bij mij de verslagenheid heel groot. Het wachten is voorbij. Saddam en zijn zonen hebben achtenveertig uur de tijd gekregen om Irak te verlaten, met als gevolg dat de oorlog er nu echt zit aan te komen. Tijdens de toespraak van Bush kon ik mijn tranen niet bedwingen. Hij richtte zich tot de Iraakse soldaten met de boodschap niet langer een stervend regime te verdedigen. Toch offeren die soldaten zich met passie op voor hun president. Stervend regime of niet. Zo zijn de Irakezen nu eenmaal. Ze geloven koppig in de overwinning. Zelfs wanneer ze oog in oog staan met het machtigste leger ter wereld. Voor ons lijkt dat hallucinant, maar voor hen is het vanzelfsprekend. Kijk maar naar alle vrijwilligers uit andere Arabische landen die trouw zweren aan Saddam en ook bereid zijn om hun leven te geven in een strijd die voor ons al op voorhand verloren lijkt. Toen ik het vliegtuig van de VN inspecteurs zag opstijgen, vloeide bij mij weer de tranen. ‘ Mission

Dagboek van een oorlog (5)

_ Zaterdag 15 maart 2003 Vanochtend kreeg ik een email van mijn zus waarin ze schrijft dat het maandag, dinsdag of woensdag gaat gebeuren. En dat terwijl ik gisteren nog even gegrepen werd door de illusie dat het er nooit van komt. Ik weet natuurlijk ook dat die oorlog er gewoon wél komt, maar ik vind dat men nooit de hoop mag opgeven dat de pure goedheid of de rede dan toch de bovenhand haalt. Afgelopen donderdag had ik een vergadering bij een nieuwe klant. Jane Taylor is een Engelse fotografe die al veertien jaar in Jordanië woont. Net zo lang als ik. Zij wil de vrije tijd, die de (nakende) oorlog haar geeft, gebruiken om eindelijk een website te maken. Ze kan nu toch niet rondtrekken. Haar werk is zeer gevariëerd en boeiend. Zo heeft ze bijvoorbeeld in Irak een aantal fotoreportages gemaakt. Fantastische beelden. Terwijl we samen haar archieven doorzochten om te zien welke foto’s in aanmerking komen voor de website, maakte ik de bedenking dat we met deze momentopnames over enkele w

Dagboek van een oorlog (4)

_ Dinsdag 11 maart 2003 Enkele dagen geleden kreeg ik een email waarin stond dat Ali’s Dry Clean , vlak bij de militaire basis in Sawafi aan de grens met Irak, dagelijks duizend tweehonderd uniformen van Britse en Amerikaanse soldaten wast. Daar zal meneer Ali zelf dan waarschijnlijk heel gelukkig mee zijn. Een uiterst lucratieve bezigheid, dat uniformen wassen. En hij is niet alleen in het profiteren van een mogelijke oorlog. Zo is er bijvoorbeeld nergens in Amman nog een 4x4 te huur. De stad wordt overspoelt door journalisten en die willen blijkbaar allemaal zo mobiel mogelijk zijn. Uiteraard is het de regering zelf die de grootste beloning zal ontvangen. In ruil voor haar pro-Westerse houding mag Jordanië van de VS namelijk tweehonderd miljoen dollar per jaar aan militaire steun in ontvangst nemen. Mooi meegenomen. In vergelijking met de paria-status die koning Hussein voor zijn land had verworven tijdens de eerste Golfoorlog heeft koning Abdullah het dit keer wel heel slim gespeeld

Dagboek van een oorlog (3)

_ Woensdag 5 maart 2003 Op 3 maart zou de oorlog beginnen. Daar had ik mij altijd zo’n beetje op ingesteld. Het is nu de avond van 5 maart en ik zit hier achter mijn computertje te schrijven, mijn kinderen liggen zalig in hun bedjes te slapen en er is gelukkig nog geen oorlog. Hopelijk, maar hoogstonwaarschijnlijk, zal hij er ook nooit komen. Terwijl Jordanië nog volop bijkomt van de grote sneeuwstorm van vorige week, vragen we ons met z’n allen af wat er ons eigenlijk allemaal te wachten staat. ‘Helemaal niks, er gebeurt hier helemaal niks,’ is de hoopvolle commentaar van heel wat mensen. Vanmiddag, toen ik een kopje koffie zat te drinken met enkele vriendinnen, hoorden we aan het tafeltje achter ons iemand zeggen dat de Amerikanen van plan zijn om tijdens de eerste vier dagen van de oorlog vierduizend raketten af te vuren op strategische punten in Irak. Ook al lijkt mij zo een uitspraak klinklare onzin (hoe kon die man dat nu weten?), het maakt de realiteit van een nakende oorlog to

Dagboek van een oorlog (2)

Afbeelding
_ Dinsdag 25 februari 2003 Sinds haar onafhankelijkheid in 1947 werd Jordanië - een constitutionele monarchie - voor het merendeel van de tijd geregeerd door koning Hussein. Hij was een pragmatisch en succesvol leider en slaagde erin zijn land op de kaart van niet alleen het Midden-Oosten maar ook de rest van de wereld te zetten. De huidige koning, Abdullah II, oudste zoon van koning Hussein en prinses Muna, besteeg de troon in 1999 na de dood van zijn vader. Jordanië heeft een bevolking van iets over de vijf miljoen, waarvan tweeënnegentig procent sunnitische moslims en acht procent christenen en anderen. Het merendeel van het land bestaat uit rotsachtige woestijn, maar we hebben natuurlijk de Great Rift Valley die de oostelijke oever van de Jordaan scheidt van de westelijke. Ook het laagste, bewoonde punt op aarde bevindt zich binnen onze landsgrenzen, de Dode Zee (op 408 meter onder de zeespiegel). Jordanië heeft een uitweg naar de Rode Zee via de havenstad Aqaba in de Golf v

Dagboek van een oorlog (1)

Heel lang geleden, toen de dieren nog konden praten en de bomen op hun wortels door het bos liepen, heb ik een oorlog meegemaakt. Niet van dichtbij, gelukkig, maar toch ook niet van heel ver. Begin maart 2003, toen ik al bijna vijftien jaar in Jordanië woonde, brak in buurland Irak voor de tweede keer de Golfoorlog uit. Van de eerste Golfoorlog, die vier jaar eerder werd beslecht, was ik ook al getuige geweest. Maar dit keer beleefde ik het conflict op een heel andere manier. Elk jaar in maart denk ik terug aan die tijd. En elk jaar opnieuw denk ik: ik zou eens iets moeten doen met het dagboek dat ik toen geschreven heb. Twee medewerkers van het Nederlandse tv-programma Netwerk hadden mij gecontacteerd met de vraag of ik voor hen een dagboek wilde bijhouden, samen met een aantal mensen in andere betrokken of naburige landen. De bedoeling was om neer te pennen hoe wij en onze onmiddellijke omgeving de situatie in Irak beleefden en welke impact het conflict al dan niet had op ons leven.

Sjalleke

In Het Nieuwsblad vertelt Marie-Rose Morel (VB) vandaag over haar strijd tegen kanker. Ik heb al van bij het begin erg met haar te doen. Ze is nog zo jong, ze heeft kleine kinderen, de prognose is niet goed. Je moet een hart van steen hebben om daar geen verdriet bij te voelen. ‘Ik ben zesendertig jaar,’ zegt ze, ‘dan ga je niet dood.’ Kanker is de grote gelijkmaker. Dat zeggen ze ook wel van andere dingen, maar bij kanker hoor je heel vaak de uitspraak: je denkt altijd dat het alleen andere mensen overkomt, tot het in je eigen leven toeslaat. Zo ging het ook bij Morel. Toen ze het nieuws kreeg dat ze niet alleen baarmoederkanker heeft, maar ook meerdere uitzaaiingen, kon ze dit nauwelijks geloven. Die eerste confrontatie met het noodlot moet keihard geweest zijn. Toch blijft ze optimistisch. Zowel op haar blog als in dit interview. Dat bewonder ik in haar, ook al ben ik verder geen fan. Bij het krantenartikel staat een zeer charmante foto. Je merkt niet eens dat ze doodziek is. Dat i

Google Maps

Wanneer ik bij Google Maps naar Scherpenheuvel zoek, kom ik in het centrum van Zichem terecht. Voor een buitenstaander is dat waarschijnljk geen wereldnieuws, want we vormen uiteindelijk samen met nog drie of vier andere deelgemeenten de stad Scherpenheuvel-Zichem, maar voor mij is het wel een big deal . Het moet een technische fout zijn. Ik weet dat het niet op elke computer zo is, want ik heb het al elders geprobeerd. Ga zelf maar eens kijken en laat me alsjeblieft weten waar je uitkomt. Vroeger, vóór de fusie van 1977, bestond er veel rivaliteit en jaloezie tussen de verschillende gemeenten bij ons. ‘Die van Zichem’ en ‘die van Scherpenheuvel’ konden elkaar zo goed als niet uitstaan. Er was zelfs een soort van bendevorming bij de jeugd en die ging dan tijdens de carnaval- en kermisweek met veel plezier op de vuist. Zelfs op het chirobal werd er naar goede jaarlijkse traditie eens kort en krachtig geknokt. Dat deze rivaliteit gebaseerd is op een vierhonderd jaar oude geschiedenis wet

Brievenbussen

Afbeelding
Vandaag heb ik iets nieuws geleerd. Ik heb me vanmiddag drie uur lang bezig gehouden met het ronddragen van flyers en ben tot de ontdekking gekomen dat er aan geen enkel huis in Scherpenheuvel twee dezelfde brievenbussen hangen. Je houdt het niet voor mogelijk wat een variatie er bestaat. Om te beginnen zijn er de gleuven in de deur. Je zou denken dat daarin weinig afwisseling kan bestaan, maar het gaat van kleine spleetjes waar je nauwelijks een opgevouwen brief naar binnen krijgt tot grote gaten met weerbarstige kleppen. Het ergste zijn de gleuven waar een tochtborstel voor hangt. Je krijgt er geen flyer in, tenzij je eerst met je hand de haren van die borstel opzij duwt. Telkens had ik heel even het gevoel dat er aan de andere kant misschien een geduldige hond op wacht stond die graag zijn tanden in mijn vingertoppen zou zetten. En waar die gleuven staan, is ook niet bij elke deur gelijk. Soms staan ze zelfs zo laag dat je je afvraagt of de regen niet langs daar naar binnen str